God kennen
Er zijn mensen die menen dat deze tekst hen niet raakt. Zij kennen God immers! Zij weten Zijn volmaaktheden met redenen te beredeneren. Zij kunnen veel filosoferen over Gods wezen, wat en hoe het is. Zij trachten dit ook nauw te onderzoeken.
Maar de vraag is: Hoe legt u deze dingen aan? Door geloof, door bidden, door u God voor te stellen gelijk Hij zich in Christus openbaart en in het verbond der genade? Of alleen maar uit de natuur, zonder verder te gaan?O, weet, het is de zaak niet, want het maakt u niet anders omtrent God dan u al was. Ja, erger, uw oneerbiedigheid, hoogmoed enzovoorts rijzen hoe langer hoe meer en u wordt hoe langer hoe zondiger. Al beeldt u zich in dat u de Almachtige tot de volmaaktheid toe gevonden hebt.
Nog vragen wij u: Hebt u niets meer? Dan kent u God nog niet. Want dit alles hebben de heidenen ook gehad. Nochtans zegt de apostel dat ze God niet kenden, ja dat ze zonder God in de wereld waren.
Er is ook nog een groep, die nader aan de zaak komt. Zij gaan ter kerke en ten avondmaal. Zij bidden en lezen. Zij weten dat God heilig en rechtvaardig is. Och, deze kennis is goed, maar er moet meer zijn. De duivelen hebben deze kennis immers ook. Het is echter niet de rechte kennis van God, die het hart verandert.
Thomas Taylor, predikant te Londen (”De goede weg voor een verlegen zondaar”, 1713)
