Bush en Bush versus Midden-Oosten
NEW YORK - Waarom neemt Washington geen concrete stappen om een eind te maken aan de huidige crisis in het Midden-Oosten? Die vraag wordt steeds luider gesteld in de VS, waarbij kritische kanttekeningen worden geplaatst bij het Midden-Oostenbeleid van president George Bush.
„Washington heeft Israël in feite carte blanche gegeven. Daardoor keert de internationale opinie zich in toenemende mate tegen Israël en de VS en neemt de steun voor Hezbollah met de dag toe”, aldus Michael O’Hanlon, politiek en militair analist van het Brookings Research Instituut in Washington. Hij heeft verder weinig waardering voor de „simplistische” ideeën die president Bush hanteert in het huidige conflict.Eerder deze week tijdens een bezoek aan Miami (Florida) herhaalde president Bush zijn standpunt dat de confrontatie tussen Israël en Hezbollah, alsmede de confrontatie in de Gazastrook tussen Israël en Hamas, gezien moeten worden in de bredere context van de internationale strijd tegen het terrorisme. „Hamas is door verkiezingen aan de macht gekomen en Hezbollah is legaal vertegenwoordigd in de Libanese regering. Het zou politiek effectiever zijn om met de gematigde elementen in deze organisaties te praten dan de hele groep over één kam te scheren en in de ban te doen als terreurgroep”, aldus O’Hanlon.
Ruime distantie
Het uitgesproken pro-Israëlbeleid van Bush junior verschilt aanzienlijk van het beleid van president Bush senior. Die hield altijd een ruime distantie tot Israël, hetgeen zijn politieke manoeuvreerruimte in het Midden-Oosten vergrootte. „Bush senior onderhield goede betrekkingen met het Saudische regime. Als oud-diplomaat kende hij de wereld en hij concentreerde zich als president op het behartigen van de belangen van de VS - realpolitik op z’n best”, aldus Richard Haass, oud-adviseur voor het Midden-Oosten van Bush senior.
Hij wijst erop dat de opstelling van Bush junior sterk afwijkt van zijn vaders beleid. „Tijdens hun eerste ontmoeting in Washington in maart 2001 verzekerde Bush junior zijn Israëlische gast Ariel Sharon dat hij eventueel alle benodigde militaire middelen zou inzetten om Israël indien nodig te verdedigen”, aldus Haass. Hij benadrukt dat deze opmerkelijke verklaring dateert van ruim voor de septemberaanslagen, waardoor het politieke toneel in het Midden-Oosten danig zou worden beïnvloed.
Met deze verklaring tegenover Ariel Sharon verkleinde Bush junior zijn speelruimte in het Midden-Oosten aanzienlijk, aldus Aaron Miller, oud-onderhandelaar in het Midden-Oosten voor beide presidenten Bush. „Washington verliest zijn speelruimte bij zo’n nauw gedefinieerde alliantie”, aldus Miller. Dat zou volgens hem onder Bush senior en diens minister van Buitenlandse Zaken James Baker nooit zijn gebeurd.
Op de vlakte
Verschillende adviseurs van Bush senior hebben zich in de afgelopen jaren kritisch uitgelaten over het Midden-Oostenbeleid van zoon Bush. Een van de prominentste onder deze critici was voormalig nationaal veiligheidsadviseur Brent Scowcroft. Wat vindt de oude Bush van deze kritiek en wat vindt hij zelf van het Midden-Oostenbeleid van zijn zoon? Bush senior houdt zich op de vlakte. Hij staat volgens zijn woordvoerder Tom Frechette „volledig achter de huidige president.”
Sinds de septemberaanslagen ziet Bush junior bijna alle confrontaties en conflicten in het kader van de „internationale strijd tegen het terrorisme.” Dit leidt volgens Martin Indyk, onder president Clinton ambassadeur in Israël, tot een vertekening van de situatie. „Door alles onder de noemer te brengen van de strijd tegen het terrorisme worden organisaties zoals Hezbollah en Hamas, die momenteel geen directe bedreiging voor de VS vormen, formeel tot vijanden verklaard. Dat versterkt de indruk in de moslimwereld dat Bush alles en iedereen over één kam scheert en in feite heeft besloten tot een algemene strijd tegen de islam”, aldus Indyk.
Witte Huiswoordvoerder Tony Snow wijst deze beschuldiging ten stelligste van de hand. Hij wijst erop dat president Bush zich als eerste Amerikaanse president openlijk heeft uitgesproken voor de vorming van een onafhankelijke Palestijnse staat, ook al heeft hij altijd categorisch geweigerd om PLO-leider Arafat te ontmoeten. „Deze president heeft sterke overtuigingen, maar die vormen geen beperking van zijn politieke manoeuvreerruimte”, meent Snow.