Unieke Vlaardinger vondsten terug
VLAARDINGEN - Vlaardingen heeft gisteren na bijna vijftig jaar enkele belangrijke archeologische vondsten teruggekregen.
De bodemschatten zijn eind jaren ’50 en begin jaren ’60 in de Westwijk opgegraven door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam. Sindsdien zijn ze in de hoofdstad bewaard gebleven.De vondsten bestaan onder meer uit een 5000 jaar oude pot, vuurstenen, werktuigen en een klopsteen. De vondsten waren destijds uniek voor Nederland en trokken internationaal belangstelling. Het onderzoek in Vlaardingen in 1958 liet voor het eerst zien dat er al ver voor het begin van de jaartelling mensen in het gebied woonden.
Die ontdekking leidde tot een grootschalig onderzoek door onder andere de Universiteit van Amsterdam. Met financiële steun van de gemeente Vlaardingen legden de archeologen de resten van een neolithische nederzetting bloot, afkomstig uit de periode tussen 2900 en 2600 voor Christus. Het waren destijds de oudste huizen in West-Nederland.
Voor het eerst toonden archeologen aan dat er reeds lang voor het jaar 0 mensen in de natte delta woonden. Tot die tijd dachten onderzoekers dat West- Nederland één groot onbewoonbaar moerasgebied was. De Vlaardinger bodem bleek de resten uitstekend te hebben geconserveerd. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis kwamen houten palen, stukken touw en zelfs een fuik met een dergelijke ouderdom aan het licht.
Opmerkelijk was tevens dat het aardewerk van de deltabewoners in vorm en versiering geheel afweek van het vaatwerk van de hunebedbouwers, die toentertijd in het oosten van het land leefden. Dit heeft de onderzoekers destijds doen besluiten de restanten die zij ontdekt hadden een nieuwe naam te geven: Vlaardingencultuur.
Omdat het Archeologisch Centrum in Amsterdam verhuist, zijn de vondsten na bijna vijftig jaar weer teruggekomen naar Vlaardingen. De collectie is dit najaar te zien in een speciale tentoonstelling.