Geen kennis
Ik zeg het u tot schaamte, daar u leraars moest zijn en omdat u zo veel middelen tot onderwijs heeft. U worden zo veel teksten uit Gods Woord verklaard en jaarlijks de verhandeling van de catechismus. Hoe grote schande is het dan dat u voor het grootste deel zo diep onkundig bent. Ja, hoe weinigen zijn er in zo’n grote gemeente die in het Woord geoefende zinnen hebben! Hoe weinigen die een vaste en beproefde kennis hebben om te kunnen staan in het uur van de verzoeking! Terwijl sommigen wel enige kennis hebben van de letter, verstaan zij de Schrift niet op een zaligmakende wijze, om er zo recht gebruik van te kunnen maken. Och, hoe onverantwoordelijk is dat onder zo’n klaar licht van het Evangelie! Hoe rechtvaardig zou God ons mogen beroven van al die voorrechten door het licht van de kandelaar te nemen en de gemeente over te geven aan een kracht der dwaling.
Wilt u de oorzaak weten waardoor zo’n droevige onwetendheid in goddelijke dingen onder ons gevonden wordt? Velen verzuimen de nodige middelen van onderwijs of nemen die niet gezet waar. Velen laten het bij horen, zonder onderzoek. Men herkauwt niet ernstig. Men bidt niet om wijsheid en daarom ontvangt men die niet. Of men bidt er kwalijk om.Joh. Janssonius, predikant te Veendam (”Predikaties over Judas”, 1750)