„Let op integriteit jonge agenten”
AMSTERDAM - Met name jonge agenten moeten ervoor waken in hun vrije tijd activiteiten te ontplooien die op gespannen voet staan met de normen en waarden in de politieorganisatie, zegt drs. Karin Lasthuizen, onderzoeker naar integriteit bij de politie. „Je moet je afvragen of het verstandig is om na werktijd als uitsmijter in een disco te gaan werken.”
Wat is er mis bij de Nederlandse politie? Die vraag rijst na twee dit weekend naar buiten gekomen gevallen van wangedrag onder agenten. Bericht één: Twee agenten van de regiopolitie Flevoland worden verdacht van onder meer drugshandel, aannemen van steekpenningen en omkoping. Bericht twee: Veertig agenten van de Rotterdamse politie hebben gesjoemeld bij het belastingvrij kopen van een fiets.„Dit is ernstig”, zegt drs. Lasthuizen, werkzaam bij de onderzoeksgroep integriteit van bestuur aan de Vrije Universiteit. Ze onderzoekt hoe leidinggevenden binnen politiekorpsen wangedrag van hun personeel de kop in kunnen drukken. „Van agenten wordt een voorbeeldfunctie verwacht. Zij hebben vergaande bevoegdheden andermans vrijheden in te perken. Ze kunnen anderen bekeuren of met geweld inrekenen. Dan is het voor burgers frustrerend als ze horen dat agenten zélf de wet overtreden.”
Hoe voorkom je wangedrag bij de politie?
„In de eerste plaats is het van belang voor de organisatie om zelf actief op zoek te gaan naar misstanden in de organisatie. Als je niet goed kijkt, is het heel makkelijk om te zeggen: Wij hebben alles op orde. Bij aanname van nieuw personeel voert de politieorganisatie antecedentenonderzoek uit, om zo te proberen aan de poort al een goede selectie te maken. Daarbij is het van belang om als leidinggevende zelf het onderwerp integriteit aan te snijden. Is het verstandig om bijvoorbeeld als agent in je vrije tijd als uitsmijter bij een disco te gaan werken? De normen over geweldstoepassing in een discotheek kunnen anders liggen dan in een politieorganisatie.
Verder moeten er duidelijke regels zijn op het gebied van nevenwerkzaamheden. Nu is het nog zo dat het initiatief tot het melden van nevenwerkzaamheden, die eventueel tot moeilijkheden in iemands functie kunnen leiden, in nogal wat politiekorpsen bij de werknemers ligt. Dat kan anders. Beter is dat een werknemer alle nevenwerkzaamheden aan de baas meldt. Die beslist vervolgens of die baantjes al dan niet verenigbaar zijn met het ambt van agent.”
Ook is het belangrijk dat de politie door middel van trainingen de vinger legt bij integriteit binnen de organisatie. Bespreek met elkaar gevaarlijke situaties. Neem geen kerstpakket van een bedrijf in je wijk aan. Anders loop je het gevaar dat je misstanden van zo’n bedrijf door de vingers ziet. Koop niet in uniform een privéauto. Vraag je af of verstandig is dat je lid wordt van een sportschool waar ze drugsachtige pepmiddelen gebruiken.”
Onderzoekster T. Lamboo signaleert in haar proefschrift dat leidinggevenden niet altijd daadkrachtig zijn om bijvoorbeeld misstanden op het gebied van omgangsvormen aan de kaak te stellen.
„Dat is een moeilijk punt. Leidinggevenden maken zelf ook deel uit van de organisatie. Vooral als je lang met elkaar samenwerkt, kan er een soort verbroederend effect optreden, waardoor bijvoorbeeld discutabele geintjes door de vingers worden gezien. Het is voor een leidinggevende van belang om medewerkers vroegtijdig aan te spreken en gedrag bespreekbaar te maken.”
Wat valt er te verbeteren aan het integriteitsbeleid bij de politie?
„Korpsen maken zeker werk van integriteit, vaak meer dan in andere overheidsorganisaties, zoals ministeries. Pijnpunt is dat met name jonge agenten het ambt van agent steeds meer zien als een gewone baan en die loskoppelen van hun vrije tijd. Dan bestaat de mogelijkheid dat ze bijvoorbeeld een biertje te veel drinken, partydrugs slikken of baldadig gedrag vertonen. Voor die problematiek ontstaat in de politieorganisatie steeds meer belangstelling.”