Zonden
De zonde is een vreselijk kwaad, omdat ze tegen een oneindig groot en tegen een oneindig heilig God wordt bedreven. In ’s mensen natuur schuilt vijandschap tegen God, verachting van God en opstand tegen God. De zonde staat als een vijand op tegen de Allerhoogste. Het is voor een schepsel vreselijk dat hij een vijand van zijn Schepper is.
Een schepsel wordt bij Hem vergeleken als minder dan een stofje aan de weegschaal. Hij is niets, ja, minder dan niets, en ijdelheid. Er schuilt een oneindig kwaad in de zonde. Als we het honderdste deeltje van het kwaad dat in de zonde is zagen, zouden we ons bewust worden van de vreselijke toestand waarin wij verkeren. Want het hart van een mens is geheel met zonde vervuld.Als we maar één zonde in ons hart hadden, zou dat al voldoende zijn om onze toestand vreselijk te maken, laat staan zo veel duizenden. Er is niet een zondenlust in het hart van de duivel, of ze wordt ook in het hart van een mens gevonden. Natuurlijke mensen dragen het beeld van de duivel. Het beeld van God is uitgewist en het beeld van de duivel erin gestempeld. Het is een genade van God dat Hij de goddeloosheid van de mensen inbindt, anders zou de aarde in een hel veranderen.
Jonathan Edwards,predikant te New-Jersey(”Leerredenen”, 1791)