Door middel van het verstrekken van een subsidie aan de Stichting Inlia hoopt de gemeente het verbod te omzeilen. De stichting, die noodhulp verstrekt aan asielzoekers, zorgt ervoor dat het geld bij de asielzoekerskinderen terecht komt. De gemeente gaat de constructie drie maanden testen en wil daarna op zoek gaan naar een meer structurele oplossing voor de kinderen.Wethouder Peter Verschuren (Sociale Zaken) is niet bang dat de gemeente haar boekje te buiten gaat. „Dit is een creatieve oplossing uit humanitaire overwegingen. Ik denk niet dat minister Verdonk bij ons langskomt".

De gemeente schat dat op dit moment ongeveer 35 kinderen in aanmerking komen voor steun. Het laat uitzoeken of het er wellicht meer zijn. Stichting Inlia zal alleen hulp verschaffen aan die kinderen die op dit moment al in Groningen wonen.

Het ministerie van Justitie heeft laten weten de zaak aan het departement van Sociale Zaken over te laten. Volgens een woordvoerder van Sociale Zaken zal er geen actie tegen Groningen worden ondernomen.

De zegsman wijst erop dat de gelden voor bijzondere bijstand in het algemene gemeentebudget zitten. „Dit is een ongeoormerkte grote zak met geld" waarmee gemeenten volgens hem „weliswaar niet rechtstreeks" bijstand mogen verlenen aan de onrechtmatig in Nederland verblijvende kinderen, maar verder kunnen lokale overheden het geld vrij besteden.