Binnenland

Zweten in een zwart pak

De Uddelse begrafenisverzorger B. Vos (47) kan slecht tegen de warmte. Als hij thuiskomt van een begrafenis, zit er geen droge draad meer aan zijn lijf. Toch wil hij niet klagen. „Als ik al dat verdriet om me heen zie, wie ben ik dan om te zeuren over de hitte?”

Bert Monster en Janita ten Voorde
26 July 2006 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 03:58
Begrafenisverzorger Vos „Als ik al dat verdriet om me heen zie, wie ben ik dan om te zeuren over de hitte?” Foto RD
Begrafenisverzorger Vos „Als ik al dat verdriet om me heen zie, wie ben ik dan om te zeuren over de hitte?” Foto RD

Begrafenisverzorger Vos heeft op zijn kantoor weinig last van de hoge temperaturen buiten. Het vertrek is redelijk koel, zijn zwarte colbert mag aan de kapstok blijven hangen en zijn vrouw komt af en toe een verfrissend drankje brengen.Hoe anders is het als hij een begrafenis moet leiden. De Uddelenaar gaat dan gekleed in een driedelig zwart pak met een hoge hoed. „Dat is ontzettend heet. Als ik thuiskom, zit er geen droge draad meer aan mijn lijf. M’n vrouw is bijna dagelijks bezig met het wassen en strijken van mijn overhemden.”

Ondanks het ongemak piekert Vos er niet over om zijn jacquet uit te trekken. „Ik sta op stijl. De enige concessie die ik doe, is het uittrekken van mijn handschoenen. Dat zorgt voor wat verkoeling. In mijn auto heb ik altijd natte handdoeken en water liggen, voor het geval de warmte me te veel wordt.”

Het koel houden van de overledene met deze hoge temperaturen is voor Vos geen probleem. „Wij zorgen voor koeling in de kist. Daarmee blijft de temperatuur van het lichaam 3 graden. Vervolgens sluiten we de kist met een isolerende plaat. Dit is in vrijwel alle gevallen afdoende. Mochten de temperaturen in de opbaarkamer te hoog oplopen, dan zorgen wij voor airco.”

De begrafenisverzorger probeert met deze warmte niet te veel hooi op zijn vork te nemen. „Onlangs kreeg ik het verzoek om vanuit het sterfhuis naar de begraafplaats te lopen. Dat zou vijftien minuten duren. Toen heb ik aangegeven dat me dat iets te veel werd. Uiteindelijk is besloten alleen de laatste 100 meter te voet af te leggen.” Ondanks de ongemakken wil Vos niet klagen over de warmte. „Als ik al dat verdriet zie, wie ben ik dan om te zeuren over de hitte?”

Maden, stank en irritaties

ROTTERDAM - Nat van het zweet arriveert Stefan Bout (34) van de Rotterdamse reinigingsdienst Roteb rond twee uur met zijn vuilnisauto bij het hoofdgebouw aan het Kleinpolderplein. „De temperatuur is extreem, maar dit werk móét gebeuren.”

Stefan, al zo’n veertien jaar vrachtwagenchauffeur en sinds vier jaar werkzaam bij Roteb, wil „eerst effe een blikkie.” Gulzig klokt hij de koele cola naar binnen. Dag in dag uit haalt de Rotterdammer met twee andere werknemers volle vuilniszakken op in een van de Rotterdamse wijken.

„Vanochtend ben ik om acht uur begonnen. We werken zonder koffie- of lunchpauzes door. Hoe eerder op de dag klaar, hoe beter.” Met zijn hand klopt hij zijn broek af. „De dikke kleding is verplicht. Er kan van alles tussen dat vuilnis zitten: olie, chemicaliën en drugsnaalden.”

Niet alleen het gewicht van de zakken maakt het werken in de hete zon zwaarder, ook de stank van het vuilnis is volgens Bout verschrikkelijk. „De lucht van een stukje vlees of visafval is niet te harden. Als ik zo’n zak oppak, neem ik gelijk een miljoen maden mee. Een deel daarvan kruipt lekker in je handschoen.”

Veel burgers zetten volgens Bout hun vuilnis „jammer genoeg” al de avond ervoor op straat. „Binnen enkele minuten zitten de kokmeeuwen er bovenop en pikken de zakken kapot. Ook muizen en ratten zien hun kans schoon.”

Het meest ergert Bout zich aan mensen die niet het fatsoen kunnen opbrengen de zak even dicht te binden. „In die gevallen ben ik soms in staat de boel te laten staan. Met deze temperaturen laten ze dat soort fratsen de volgende keer wel uit hun hoofd.”

De Rotterdamse chauffeur merkt onderweg dat de irritatie onder weggebruikers toeneemt. „Zitten ze in zo’n dikke bak achter je de boel op te jagen. Bijna topless achter het stuur met een kort broekje. En nog hebben ze het warm. Ze moeten maar eens een dagje in deze krappe cabine zonder airco meerijden. Dan piepen ze wel anders.”

Juli 2006 wordt waarschijnlijk de warmste maand ooit. Hoe ervaren mensen thuis of op het werk de hitte? Woensdag deel 2 van een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer