KPN in beroep tegen uitspraak toezichtsregels
DEN HAAG - KPN gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van het kort geding dat KPN tegen de Nederlandse staat en de toezichthouder op de telecommarkt OPTA had aangespannen. Het telecomconcern had zich beklaagd over een in zijn ogen oneerlijke behandeling, maar overtuigde de rechter niet.
De eis van KPN dat de toezichtsregels worden versoepeld, heeft de rechtbank in Den Haag dinsdag afgewezen.Volgens KPN staan de kabelbedrijven onder veel minder streng toezicht van de OPTA. Het telecomconcern kan daardoor naar eigen zeggen onmogelijk de concurrentie aangaan. Dat zou volgens KPN betekenen dat het vele tienduizenden klanten aan de kabelbedrijven verliest.
De rechter vindt echter dat hij niet de aangewezen persoon is om hierover een oordeel te vellen. KPN heeft al een klacht ingediend bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven over de behandeling door de OPTA. Deze procedure loopt nog. Dit leidt ertoe dat KPN in zijn vorderingen niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aldus de rechter. Daar komt bij dat KPN tijdens de zitting onvoldoende heeft aangetoond dat het „onrechtmatig” is behandeld door de toezichthouder.
KPN gaat in hoger beroep tegen de uitspraak. „KPN blijft van mening dat die ongelijkheid bestaat en zal dit in hoger beroep opnieuw trachten aan te tonen”, liet de onderneming in een reactie weten. De vele versnipperde procedures bij de diverse toezichthouders bieden volgens KPN geen gelegenheid om de ongelijke behandeling bij een rechter aan te kaarten.
De OPTA noemde de uitspraak „conform de verwachtingen. Alle eisen van KPN zijn van tafel geveegd. We zijn tevreden”, voegde een woordvoerder daaraan toe. De rechter heeft volgens hem geen aanwijzingen gevonden dat KPN anders wordt behandeld. De brancheorganisatie van de kabelbedrijven Vecai is blij dat de rechter niet in de „pr-stunt” van KPN is getrapt. „De strijd om de consument gaat nu hard verder”, zei directeur Rob van Esch.
KPN kampt naar eigen zeggen met een urgent probleem. Het is momenteel in een hevige concurrentie verwikkeld met de kabelbedrijven, vooral om telefonieklanten. Kabelaars mogen bijvoorbeeld breedband- en televisieklanten gratis telefonie aanbieden, terwijl KPN zijn vastetelefonieklanten gedurende zes maanden geen gratis televisie mag leveren.
De OPTA ontkende tijdens de zitting van 11 juli KPN te benadelen. Het grote aantal overstappers van KPN naar de kabelaars valt het telecomconcern deels juist zelf te verwijten. De onderneming is pas laat begonnen met het aanbieden van internetdiensten zoals bellen en televisie, stelt de OPTA. Daar komt bij dat ook kabelaars aan regels moeten voldoen.
Een aantal concurrenten van KPN (waaronder Orange, Versatel en Tiscali) had zich op het laatste moment bij de staat gevoegd in de zaak. De telecomreus heeft nog steeds een te machtige positie, menen deze bedrijven. Bovendien verwerft KPN langzamerhand een monopolie op markten voor bijvoorbeeld breedbandinternet en internetbellen. Orange toonde zich verheugd over het oordeel van de rechter. „We hadden deze uitspraak al verwacht”, zei een woordvoerster.