De zwartvoetpinguins in de zoo lijken slechts met een uiterste krachtsinspanning in staat zich waggelend te verplaatsen. Volgens biologe Wineke Schoo is het bedrieglijke schijn. „In de schaduw is het nu prima toeven voor ze. Voorzorgsmaatregelen voor pinguïns neem je juist als het hard vriest.”Wat voor pinguïns geldt, geldt in Burgers’ Zoo voor veel van de dieren. Schoo: „Het park is zo aangelegd dat ze allemaal beschikken over een schaduwplek. Voorlopig kunnen ze daarmee volstaan en zijn extra observatierondes niet nodig. Alleen de koralen in Burgers’ Ocean houden we extra in de gaten. Als het water warmer wordt dan 27 graden, is het met ze gedaan.”

De rest van de dieren bezorgt de verzorgers van het park weinig hoofdbrekens. Naar hun aard en op een manier die de onwetende, bezwete bezoeker ontgaat, passen ze zich aan de hete zomer aan. De vogels en de leguanen in de bush laten zich enkele meters zakken, om de hitte van de opstijgende lucht te ontwijken. Het wrattenzwijn brengt grote delen van de dag door in het modderbad. Kamelen worden ontdaan van hun wintervacht bij het aanbreken van de zomer. „Dat doet de natuur”, zegt Schoo, „er komt geen mensenhand aan te pas.”

Meer dan mensen berusten dieren in de hitte, weet de biologe. „De meeste luieren heel de dag in de schaduw. Je hebt er geen omkijken naar. Als verzorgers het al extra druk hebben, is dat vooral met activiteiten die bedoeld zijn om de dieren wat afleiding te bezorgen. Zo was de fruitmaaltijd van de olifanten vorige week een keer verpakt in brokken ijs. Die moeten ze dan eerst met de poten kapotstampen. Vervolgens is het: smullen maar. Een enkele keer doen we ze onder de tuinslang. Maar dat vindt een olifant algauw prettig. Ook als het twintig graden is.”