De organisatie is gestart met een campagne tegen straffen zoals steniging (wegens echtbreuk) en de amputatie van een hand (bij diefstal). Ze eist dat de Duitse regering de kwestie bij de Verenigde Naties aanhangig maakt. De IGFM benadert tegelijk islamitische verenigingen en koepelorganisaties om ze aan te sporen zich voor de mensenrechten in islamitische landen in te zetten. De organisaties protesteren tegen het feit dat islamitische leraressen op Duitse scholen geen hoofddoek mogen dragen, constateert de IGFM, maar ze zouden „met even grote ijver tegen de gruwelijke en onmenselijke straffen van de sharia (islamitische wet, red.) tekeer moeten gaan. Want in verschillende islamitische landen wordt het vonnis van steniging of amputatie geveld”, aldus woordvoerder Martin Lessenthin.

De organisatie onderstreept dat dit jaar reeds vrouwen in Iran, Nigeria, Pakistan en Sudan tot steniging zijn veroordeeld. Ook Saudi-Arabië legt deze straf op. En in Maleisië en Indonesië bestaan plannen om de sharia in te voeren. In meer dan veertig landen is de islam staatsgodsdienst. In deze landen bepaalt het islamitisch recht de nationale wetgeving. Dit leidt, aldus de mensenrechtenorganisatie, tot discriminatie van vrouwen en van niet-islamitische minderheden. Ongewild krijgen niet-moslims met de rigide islamitische wetgeving te maken.

In Sudan werd de 18-jarige christin Aba Akok tot steniging veroordeeld. Het vonnis werd, na internationale protesten, omgezet in 75 zweepslagen. Volgens de IGFM hebben veel christenen het noorden van Nigeria verlaten sinds daar in dertien deelstaten de sharia is ingevoerd. In de Nigeriaanse staat Katsina werd Amina Lawal wegens ontucht tot steniging veroordeeld. Het vonnis zal in 2004 worden uitgevoerd - haar dochtertje is dan anderhalf jaar oud.