„Overheid moet drastisch reorganiseren"
DEN HAAG (ANP) – Ondernemersorganisaties VNO–NCW en MKB–Nederland zijn optimistisch gestemd over onze economie. De Nederlandse economie kan weer koploper van Europa worden. Maar dan is wel een drastische reorganisatie van de overheid nodig, waardoor de bureaucratie vermindert en het aantal ambtenaren en ministeries omlaag gaat. Ook het onderwijs moet flink beter.
Dat stellen de twee organisaties in hun maandag gepresenteerde manifest ’Nederland kàn winnen’ voor de komende kabinetsperiode (2007–2011). De werkgevers wijzen trots op de handelsgeest die ons land van oudsher heeft en het feit dat we als klein land wereldwijd de vijfde investeerder zijn. We hebben een aandeel in de wereldhandel dat vier keer groter is dan op grond van ons inwonertal verwacht zou mogen worden.Maar het toekomstige kabinet wordt gewaarschuwd door VNO–NCW en MKB–Nederland: Geld is er eigenlijk niet voor nieuw beleid. Volgens de ondernemers is lastenverlichting nodig en moet de overheid zelf de broekriem aanhalen.
De verhouding die de overheid nu met burgers en ondernemers heeft, wordt volgens VNO–NCW en MKB–Nederland te veel gekenmerkt door wantrouwen. Dat leidt tot een oneindige hoeveelheid regels en vergunningen. Vertrouwen zou juist het uitgangspunt moeten zijn. „Van de duizend vergunningsstelsels kan de helft worden geschrapt", vindt voorzitter Bernard Wientjes van VNO–NCW. „In de ziekenhuizen heb je bijvoorbeeld dertien toezichthouders. Dat is een ongelooflijk aantal".
Een volgend kabinet moet, als het aan de werkgevers ligt, aan het werk met minder ministeries. De ondernemers stellen één ministerie van ruimtelijk beleid voor met daarin VROM en Verkeer en Waterstaat. Wat de economie en arbeidsmarkt betreft kunnen Economische Zaken, Sociale Zaken en delen van Financiën worden samengevoegd. Ook kunnen Binnenlandse Zaken en Justitie in elkaar opgaan.
Volgens VNO–NCW en MKB–Nederland kan de overheid 2 tot 2,5 miljard euro besparen door 40.000 banen te schrappen op beleidsniveau. „Dat betekent een reductie van 10 procent, nu zijn er 400.000 beleidsambtenaren", becijferde Wientjes. „Je slaat een aantal vliegen in een klap. Minder regels, minder kosten voor overheid en door de vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt vinden deze ambtenaren werk in het bedrijfsleven".
Volgens de vakbond voor de publieke sector Abvakabo FNV zijn de werkgevers bij de ambtenaren aan het verkeerde adres. „Regels worden bedacht door de politiek, ambtenaren voeren die alleen uit. Wientjes spreekt met minachting over hen", aldus een woordvoerster van de Abvakabo. Zij benadrukt dat de laatste jaren al honderden miljoenen zijn bezuinigd door het aantal ambtenaren te verminderen.
Het onderwijs is volgens VNO–NCW en MKB–Nederland de laatste jaren geplaagd door hervormingen en verstikt door te veel management en bureaucratie. Daarom is meer geld voor het onderwijs niet het eerste waar de ondernemers aan denken. Ook hier moet eerst gesneden worden.
Er moet „een keiharde norm voor overhead" komen en leerkrachten moeten weer hun werk kunnen doen: kennis en vaardigheden overdragen. „15 tot 20 procent is wel het maximale percentage", meent voorzitter Loek Hermans van MKB–Nederland. Hermans pleit ook voor hogere salarissen voor uitblinkende leraren. De beloningstructuur in het onderwijs is nu veel te star, vindt de werkgeversvoorman. „Wie carrière wil maken in het onderwijs, stopt nu nog met les geven en wordt conrector of rector. Daar moeten we vanaf. Je moet ook carrière kunnen maken voor de klas".