„Bismallah in kerk verwarrend”
ZOETERMEER - Het uitspreken van een gebed door een moslim in een kerkdienst is verwarrend en een klap in het gezicht van miljoenen christenen die onder het juk van de islam leven.
Dat schrijf de Utrechtse missioloog prof. dr. J. A. B. Jongeneel in het jongste nummer van het tijdschrift ”Kerk en Theologie”. Hij maakte een dienst mee in een protestantse kerk waarin een moslima was uitgenodigd om het ”Bismallah” uit te spreken, een gebed dat begint met de woorden: „In naam van Allah, de barmhartige erbarmer.”Tegen een gebed van een moslima in een kerkgebouw, voorafgaande aan het votum en de groet of volgend op de zegen, heeft dr. Jongeneel geen bezwaar. „Maar wel tegen het uitspreken van het Bismallah zelve. In de eredienst is elke vorm van syncretisme ongewenst, inclusief een vermenging van christendom en islam. God is óf de Vader van Jezus Christus óf Hij is dat niet. Op het moment dat het Bismallah in een kerkdienst weerklinkt, houdt God even op de Vader van „onze Heer Jezus Christus” te zijn.”
Het Bismallah in een kerkdienst in het vrije Westen is volgens de missioloog „een klap in het gezicht van de miljoenen christenen die onder het juk van de islam door gaan.” Volgens hem zou geen enkele koptisch-orthodoxe christen in Egypte of in Nederland er ook maar over peinzen om het Bismallah in een kerkdienst te laten klinken. „Voor hem of haar staat het gelijk met vloeken in de kerk, met het inleveren van identiteit, met verraad.”
Bovendien, stelt dr. Jongeneel, sticht het uitspreken van een islamitisch gebed verwarring bij gemeenteleden en kunnen ook veel moslims daar geen begrip voor opbrengen. „Ze kunnen zich niet voorstellen dat het omgekeerde -een gebed van een christen tot God de Vader in de naam van Jezus Christus de Zoon in een moskeedienst- toegestaan wordt.”