Domplein geeft zijn geheimen bloot
UTRECHT - Het Domplein lijkt zo plat als een dubbeltje, maar is in werkelijkheid een bult in het centrum van Utrecht. De doorsneetoerist merkt dat niet op. Duidelijk wordt het pas tijdens een kijkje onder het plein, waar middeleeuwse steegjes, resten van een Romeinse muur en een keizerlijk paleis het verleden doen herleven.
Een ondergrondse tocht is voor het publiek nog niet mogelijk, maar als het aan initiatiefnemer Theo van Wijk van stichting Domplein 2013 ligt, gaat dat wel snel gebeuren. De stichting wil zeven tijdlagen in zeven jaar blootleggen: de tijd van de Romeinen, de vroege middeleeuwen, de middeleeuwen en de late middeleeuwen, de nieuwe tijd, het heden en de toekomst. Een uitgebreid scala aan rondleidingen moet het voor iedereen mogelijk maken af te dalen in het oude Utrecht. Volgens de planning zal de vorig jaar gestarte klus in 2013 klaar zijn, omdat de stad dan de Vrede van Utrecht van 1713 herdenkt.„Het is een levenswerk”, zegt Van Wijk, van oorsprong stedenbouwkundige. Hij noemt het Domplein „de grootste impasse van de stad.” Zo’n achttien jaar geleden ging hij op de binnenplaats van de muziekschool aan het Domplein op zoek naar een luik. Hij vond het, maar er was geen sleutel.
In de hal van de muziekschool, nu het Utrechts Centrum voor de Kunsten, haalt Van Wijk een kruisvormig metalen voorwerp van ruim twee handen groot van een haakje. „Dit is ’m. De sleutel bleek gebruikt te worden als dranger op een deur.”
Met de sleutel in zijn hand daalt hij af, het luik in, dat van bovenaf op een smal schoorsteengat lijkt. „Burgers weten niets van het bestaan van deze kelder”, zegt Van Wijk, wijzend op de resten van een Romeinse muur van zo’n 80 centimeter breed en 6 meter lang. „Hier staan we op de Romeinse laag, de oorsprong van Utrecht. Dit was het peil waarop het plein toen lag. Tussen de jaren 47 en 260 is het 2 meter hoger komen te liggen doordat het na verwoestingen vijf keer werd herbouwd.”
Nog maar 4 procent van de 800 meter lange muur die rond de legerplaats van de Romeinen stond, is ontdekt. Van Wijk weet nog niet hoe, maar de omtrek ervan moet in de toekomst weer zichtbaar en tastbaar worden voor nietsvermoedende voorbijgangers. Een prijsvraag op de onlangs geopende tentoonstelling ”De geheimen van het Domplein” moet bruikbare ideeën opleveren. De expositie in Architectuurcentrum Aorta in Utrecht brengt het project -een samenwerking van Initiatief Domplein 2013 met onder meer de gemeente, provincie en Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek en Monumentenzorg- deze zomer onder de aandacht van geïnteresseerden. Ook gaan archeologen de komende maanden samen met burgers graven naar een pijler van de Domkerk en resten van de castellummuur.
Het is niet de eerste opgraving. In de jaren ’30 zijn grote delen van de Romeinse muur blootgelegd, evenals het middeleeuwse paleis Lofen. Zomaar graven is niet toegestaan, maar nu heeft Utrecht een kans, omdat energiebedrijf Eneco de leidingen voor de warmwatervoorziening op het plein gaat vernieuwen.
Van Wijk stapt de kelder van café Het Weeshuis in, naast bezoekerscentrum RonDom. „Dit is het zomerpaleis Lofen van de Duitse keizers. Het is rond het jaar 1000 gebouwd op de rand van het Romeinse muur.”
Hij verplaatst zijn ene voet naar een gemarkeerde plek op de vloer: de omtrek van het castellum. „Dit is interessant. Mijn ene been staat in het jaar 0, het andere in 1000.”
In het souterrain van het café zijn twee zuilen van het paleis te zien. Ze steken af tegen het geelgesauste plafond en de moderne geluidsboxen.
Van Wijk wijst op een van de muren. „Dat is een originele gevel uit de middeleeuwen.” Alles werd in die tijd ingebouwd, van castellummuur tot keizerlijk paleis, en dat is juist wat Van Wijk niet wil. Bezoekers van het Domplein moeten iets kunnen beleven, ze moeten uitgedaagd worden door transparante gevels, kijkgaten en blootgelegde pijlers.
De man achter Initiatief Domplein 2013 hecht bijzondere waarde aan het plein en ziet zelfs een diepere dimensie, die hij in de zevende tijdlaag, de laag van de toekomst, wil uitwerken. Wat hem precies voor ogen staat, wordt nog niet duidelijk. In elk geval ziet Van Wijk het Domplein als de plaats waar de versnipperde samenleving de onderlinge dialoog zou moeten aangaan. „Hier zijn in de loop der eeuwen allerlei werelden samengekomen”, zegt hij. „Ik geloof dat ook de culturen en religies van nu elkaar hier kunnen ontmoeten.”