Opinie

Kennisoverdracht is niet meer genoeg

De docent moet weer klassikaal les gaan geven, zo luidde het pleidooi van ds. W. Visscher woensdag op deze pagina. Vandaag twee reacties. Ir. P. Jansen roept op tot een fundamenteel debat in het reformatorisch onderwijs. Met het oude leren komen we er niet, juist in het nieuwe leren liggen kansen. En niet moddergooien, maar werken aan een reformatorisch paradigma of onderwijsmodel.

21 July 2006 18:28Gewijzigd op 14 November 2020 03:57
„Wanneer je beseft dat een kind meervoudig intelligent is, mag je als docent wel eens verwonderd staan over het kind dat tot volle bloei komt omdat hij onder invloed van een activerende werkvorm zijn talenten laat zien. Daar ben ik blij mee: God gaf de me
„Wanneer je beseft dat een kind meervoudig intelligent is, mag je als docent wel eens verwonderd staan over het kind dat tot volle bloei komt omdat hij onder invloed van een activerende werkvorm zijn talenten laat zien. Daar ben ik blij mee: God gaf de me

Op deze pagina stond woensdag een artikel waarin ds. W. Visscher bepleit terug te gaan naar het oude leren. Laten we ophouden met moddergooien en met uitspelen van de activerende didactiek tegen het oude leren. We praten al jaren. Diverse bijeenkomsten zijn er geweest. Blijkbaar ontbreekt het aan daadkracht om de uitkomsten om te zetten in actie. Het heeft geen zin te blijven hangen in ”dat nieuwe leren is fout”. Ontwikkel een eigen reformatorisch paradigma!Volgens Visscher leren onze kinderen „gewoon niet meer genoeg.” Waarop baseert hij dat? Ik denk onder andere op zijn vooronderstelling dat leren moet voldoen aan het verlichtingsideaal van de kennis.

Eigenlijk kan ik hier al stoppen. Dit is het kernpunt van de discussie: de interpretatie van het begrip leren. Als leren alleen overdracht van feiten is, „stampen” zoals Visscher het noemt, dan is het te begrijpen dat men ageert tegen het nieuwe leren. Maar als je leren breder ziet en in verband brengt met het pedagogisch beginsel, krijg je een andere scoop. Leren is dan gericht op het tot ontwikkeling brengen van zo veel mogelijk aspecten van het kind-zijn.

Wanneer je beseft dat een kind meervoudig intelligent is, mag je als docent wel eens verwonderd staan over het kind dat tot volle bloei komt omdat hij onder invloed van een activerende werkvorm zijn talenten laat zien. Een fantastisch werkstuk, een mooie presentatie, een knap bedacht practicum. Daar ben ik blij mee: God gaf de mens meer dan hoofd-talenten. Als docent moet je daarbij aansluiten.

Alle kennis overboord? Zeker niet! Maar wel op de juiste manier ingezet. Niet alleen jaartallen stampen en dat verheerlijken. Kennis is niet alleen stampwerk, kennis is niet iets statisch, kennis moet gebruikt worden.

Vaardigheden
Zoals ik al schreef, is de kern van de discussie een begripskwestie. Daarnaast wordt de discussie vaak vertroebeld door een impliciet uitgesproken afkeer van vaardigheden. Die ondertoon proef ik ook in het artikel van ds. Visscher.

Vanuit de praktijk weet ik dat het lastig is om juiste vaardigheden aan te leren. Bij veel docenten blijft het nieuwe leren steken in het laten maken van werkstukken en presentaties. Als het daarbij blijft, is het zeker een verarming.

Maar vaardigheden behelzen meer. Een van de kerncompetenties van (aankomende) docenten zal creativiteit moeten zijn. De docent moet op een originele, creatieve, bij de belevingswereld van het kind passende manier het intrigerende karakter van de geschapen werkelijkheid voorspiegelen. De „docent die lesgeeft” hoeft niet terug voor de klas, zoals Visscher betoogt, maar er moet een docent komen die enthousiast is voor zijn vak (kennisideaal) én oog heeft voor het kind (pedagogisch ideaal). Dan zijn kennis en vaardigheden in evenwicht!

Kortzichtig
Een deel van mijn waardering voor ds. Visscher komt voort uit zijn brede belezenheid. Ook in zijn genoemde artikel haalt hij het NRC en de Volkskrant aan. Laat dit een voorbeeld zijn voor andere opinieleiders! Dat bewaart voor kortzichtigheid.

Toch vind ik het jammer dat ook zijn artikel niet evenwichtig is. Ik ben op de hoogte van de discussies in de door hem genoemde kranten. Maar dit is maar één kant van de zaak. Diverse wetenschappelijke publicaties, met name uit de ontwikkelingspsychologie, wijzen juist op de positieve resultaten van het nieuwe leren.

Ik trek uit dit gegeven de conclusie: laten we bescheiden zijn als geen van beide kanten overduidelijk wint. Onderzoeken dwingen trouwens altijd tot bescheidenheid: het zijn altijd interpretaties. Dus is het maar de vraag of kinderen „gewoon (wat is gewoon?) en veel les nodig hebben van docenten.”

De uitspraak dat het nieuwe leren geen goede zaak is gebleken, vind ik dan ook niet reëel. Hij is ook pijnlijk voor docenten die met activerende werkvormen goede resultaten boeken. Het als modieus bestempelen gaat mij ook te ver. Daarmee doet ds. Visscher geen recht aan degenen die positief staan tegenover activerende didactiek. Bovendien, wie de literatuur bestudeert komt tot de conclusie dat ook het nieuwe leren oude wortels heeft.

Voor mij staat als een paal boven water dat het de hoogste tijd is om de thematiek van dit artikel boven het maaiveld uit te halen. Geen oeverloze discussies waarbij men niet bereid is zijn standpunten te herzien, maar een fundamentele doordenking en vaststelling van een reformatorisch paradigma. Met een lector ”identiteit en onderwijs” in de gelederen zou dat toch moeten lukken!

Hierin ben ik het eens met ds. Visscher: tijd voor een goed debat. Maar het moet niet bij een debat blijven. Tijd om ons kennisideaal, beïnvloed door het verlichtingsdenken, te laten verlichten door Gods Geest. Dat heeft het onderwijs en dat hebben onze kinderen nodig! Durven we daarvoor onze nek uit te steken? Geen woorden, maar daden!

De auteur is onderwijskundige en heeft over de thematiek van het nieuwe leren een publicatie geschreven, die in 2005 bekroond is met de identiteitsprijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer