Werkloosheid op niveau 2003
VOORBURG (ANP) - In de eerste zes maanden van dit jaar is de werkloosheid met bijna 60.000 gedaald. In het tweede kwartaal telde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gemiddeld 407.000 werklozen. Dat is het laagste aantal sinds de zomer van 2003.
Dat heeft het CBS donderdag bekendgemaakt.De werkloosheid vertoont sinds ongeveer een jaar een dalende trend. In de maanden april, mei en juni zat gemiddeld 5,5 procent van de beroepsbevolking ongewild zonder een betaalde baan. Een jaar eerder was dit nog 6,7 procent. De cijfers van het CBS zijn gecorrigeerd voor seizoensinvloeden.
Ook de Centra voor Werk en Inkomen (CWI’s) telden over de eerste zes maanden van dit jaar in hun kaartenbakken bijna 60.000 minder werklozen die op zoek zijn naar een baan. De voormalige arbeidsbureaus signaleren „een krachtig herstel van de arbeidsmarkt.” Het aantal verleende ontslagvergunningen door de CWI’s daalt ook onverminderd. In de eerste helft van 2006 ging het om ruim 22.000 vergunningen, dat is 27 procent minder ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder.
Vooral onder jongeren neemt de werkloosheid af. In het tweede kwartaal bedroeg het aantal werkloze 15- tot 25-jarigen volgens het CBS 86.000. Dat zijn er 32.000 minder dan een jaar eerder. Maar het werkloosheidspercentage onder jongeren is nog wel altijd het hoogste; gemiddeld 10,3 procent in de maanden april, mei en juni. Van de 25- tot 45-jarigen zat 4,8 procent ongewild zonder baan en van de 45-plussers was dit 4,9 procent.
De verschillen tussen man en vrouw blijven ook groot. Van de mannen tussen de 15 en de 65 jaar stond in het tweede kwartaal 4,5 procent als werkloos te boek, tegen 6,7 procent van de vrouwelijke beroepsbevolking.
Intelligence Group en SEO Economisch Onderzoek waarschuwen in hun Arbeidsmarkt Gedragsonderzoek dat het vertrouwen onder de beroepsbevolking nog broos is. Gemiddeld denken werkzoekenden dat ze ruim een halfjaar nodig hebben om een baan te vinden. Dat is evenveel als in begin 2004, en dat is opvallend volgens de onderzoekers, omdat het aantal vacatures intussen flink is gegroeid.
Nog niet iedereen merkt het herstel op de arbeidsmarkt. Zo verwachten 45-plussers gemiddeld 9,1 maanden op zoek te zijn naar werk. Dat is het dubbele van de 4,5 maanden die jongeren denken nodig te hebben.
Verder is het vertrouwen in het westen, Noord- en Zuid-Holland en in Utrecht groter dan in andere regio’s. Vrouwen denken met 6,8 maanden langer naar een baan te moeten zoeken dan mannen (5,6 maanden). Er bestaat een soortgelijk verschil tussen laagopgeleiden (7,2 maanden) en middelbaar of hooggeschoolden (6 maanden).
De CWI’s zagen de afgelopen tijd de werkloosheid juist dalen in lagere en middelbare beroepen, zoals in de techniek en het transport. Maar het aantal werkzoekenden in die beroepsgroepen bedraagt nog wel 55 procent van het totale aantal mensen in de kaartenbakken.