Kodak zoomt in op flitsende vernieuwing
NEW YORK - Antonio Perez krijgt twee jaar van Jack Kelly, analist bij verzekeringsbank Goldman Sachs. „Als hij Kodak over twee jaar niet op koers én snelheid heeft, ziet het er somber uit.” Het klinkt overdreven alarmerend voor een bedrijf dat in de VS meer digitale camera’s verkoopt dan z’n concurrenten.
Jack Kelly is een van de weinige Wall Streetanalisten die Kodak nog volgen. „Dat zegt wel wat. Veel analisten zien weinig meer in het bedrijf, ondanks de inspanningen van de nieuwe leiding om drastische hervormingen door te voeren”, aldus Kelly.Het bedrijf waar het om gaat, is Eastman Kodak, in 1881 opgericht door George Eastman in Rochester (New York). Eastman introduceerde rond de eeuwwisseling het beroemde -en goedkope- boxje waarmee iedereen kon fotograferen. Fameus was de verkoopslogan van Kodak: ”U drukt op de knop, wij doen de rest.”
Terwijl fotograferen voor die tijd een kostbare aangelegenheid voor specialisten en welgestelden was, bracht Kodaks Browniebox het fotograferen binnen ieders bereik. Daarmee was het kiekje geboren dat de basis werd voor het persoonlijk archiveren van levens van bijna iedereen.
„Dat was een radicale omwenteling, een revolutie”, aldus woordvoerder David Lanzillo in het Kodakhoofdkwartier in Rochester. Die revolutie strekte zich uit van foto, film en medische toepassingen zoals röntgenopnames tot het papier waarop de foto’s werden afgedrukt. Kodak ontwikkelde zich tot een gigantisch bedrijf waar in de topdagen meer dan 150.000 mensen werkten.
Het sprookje hield geen stand. „In de jaren tachtig reageerde Kodak te laat op het Japanse Fuji, dat wereldwijd een geduchte concurrent werd. En tien jaar later reageerde het bedrijf opnieuw te laat, nu op de digitale omwenteling in de fotografie. Wat kon Kodak tenslotte gebeuren; het bedrijf met zijn prachtige geschiedenis van meer dan honderd jaar? Het is gek, maar ondanks de problemen van de afgelopen jaren zit deze gevaarlijke zelfgenoegzaamheid nog steeds diepgeworteld in het bedrijf”, aldus Kelly.
Kodaktopman Daniel Carp wendde enkele jaren geleden radicaal de steven. Er werd gesaneerd, er vielen ontslagen -er werken nu nog maar 50.000 mensen bij Kodak in Rochester-, er werd gefuseerd, er kwamen nieuwe toekomstplannen. Bovendien trok Carp Antonio Perez (van Hewlett-Packard) aan om de digitale revolutie bij Kodak tot een succesvol einde te brengen.
Volgens plan nam Perez enkele weken geleden het roer van Carp over. Hij heeft revolutionaire plannen. Hij vindt niet alleen Kodak, maar de hele foto-industrie nogal traag. „Digitale camera’s doen eigenlijk nog steeds hetzelfde als de traditionele camera’s die film gebruikten. Waarom ontwikkelen wij geen camera’s waarbij het rood van de ogen automatisch wordt gecorrigeerd, waarbij onderbelichte delen van de foto automatisch worden ingevuld? Technisch moet dat kunnen. Ook het digitaal opslaan van foto’s kan veel consumentvriendelijker. Daar moet dringend wat aan gedaan worden”, aldus Perez.
Het bedrijf maakt inmiddels geen traditionele camera’s meer en heeft ook de productie van de meeste soorten fotopapier beëindigd. In de VS heeft het bedrijf de zogeheten fotokiosk in drogisterijen en warenhuizen gelanceerd. De consument kan daar, gewapend met z’n geheugenkaartje, voor een bescheiden bedrag zelf foto’s selecteren en afdrukken. De concurrentie zit niet stil, maar op dit gebied is Kodak z’n concurrenten ver vooruit.
Het bedrijf concentreert zich verder op de ontwikkeling van gebruiksvriendelijke camera’s. „Traditioneel wordt twee derde van alle familie- en vakantiefoto’s door vrouwen genomen. Zij zijn minder verzot op technische snufjes dan mannen. Kodak ontwikkelt voor deze groep speciale camera’s die al dan niet direct aan een printer te koppelen zijn”, aldus George Schaub, hoofdredacteur van het fotoblad Shutterbug.
Komt de ommezwaai van Kodak op tijd? Jack Kelly denkt dat het bedrijf kan overleven. Maar dan moet er volgens hem verder afgeslankt en bezuinigd worden. Hij wijst erop dat de winstmarges in de digitale wereld kleiner zijn dan Kodak gewend was in het foto- en filmtijdperk. „En dan zijn er natuurlijk de aandeelhouders. Die moeten het nu doen met 22 dollar per aandeel plus een mager dividend. Dat is nauwelijks een aanmoedigingspremie te noemen. Het is de vraag of zij Antonio Perez voldoende tijd geven voor zijn digitale revolutie”, aldus Kelly.