Binnenland

Twijfels over verklaring in zaak tegen Holleeder

AMSTERDAM (ANP) - Het openbaar ministerie hecht weinig geloof aan de verklaringen die John Wijsmuller, een van de vermeende slachtoffers van Willem Holleeder en enkele van zijn medeverdachten, de afgelopen maanden heeft afgelegd.

19 July 2006 11:34Gewijzigd op 14 November 2020 03:57

Dat bleek dinsdag tijdens de strafzaak tegen Holleeder en zes medeverdachten. Vastgoedhandelaar Wijsmuller ontkent door Holleeder en de zijnen te zijn afgeperst, in weerwil van de verklaringen van een aantal anderen, die het tegendeel zeggen.Volgens Holleeders advocaat B. Moszkowicz hebben de ontkenningen van Wijsmuller en enkele andere vermeende afpersingsslachtoffers de zaak tegen zijn cliënt ernstig verzwakt. Voor voortduring van het voorarrest van Holleeder, die op 30 januari werd gearresteerd, is volgens hem geen rechtvaardiging. De rechtbank zou woensdag beslissen over de verlenging van het voorarrest van Holleeder en zijn zes vermeende handlangers.

De officieren van justitie, Plooy en Teeven, betoogden juist dat het onderzoek van justitie en politie naar onder meer diverse moorden in binnen- en buitenland vanaf eind jaren negentig steeds meer bewijs oplevert. „Alle onderzoeksbevindingen gaan nog steeds één kant op”, aldus Teeven. „Die van Holleeder als hoofd van een geraffineerde afpersingsorganisatie.”

In zijn betoog stond Teeven uitvoerig stil bij de getuigenis van Thomas van der Bijl, de Amsterdamse kroegbaas die op 20 april in zijn café De Hallen in Amsterdam-West werd doodgeschoten. Het staat niet vast dat Van der Bijl is doodgeschoten omdat hij tegen Holleeder heeft verklaard, maar een verband tussen een en ander is allerminst denkbeeldig.

Plooy en Teeven trokken de ontkenning van Wijsmuller sterk in twijfel. Behalve angst heeft hij volgens hen nog een ander motief om te liegen. Het erkennen van de afpersing zou fiscaal dubieuze en mogelijk zelfs strafbare zaken van Wijsmuller aan het licht kunnen brengen, zo betoogde Plooy. De afgelopen jaren liepen er twee onderzoeken tegen Wijsmuller.

De raadsman van T., Ronald van der Horst, meent dat zijn cliënt „koste wat het kost moet hangen voor de afpersing van Wijsmuller”, omdat Endstra hierover heeft verklaard. Als Endstra’s verklaringen op dit punt niet zouden blijken te kloppen, aldus Van der Horst, klopt wat hij over Holleeder heeft beweerd mogelijk ook niet. Daarmee zou de basis aan de hele zaak komen te ontvallen. „Dat is het doemscenario voor het openbaar ministerie”, aldus de raadsman.

Moszkowicz sprak uitvoerig over de negatieve beeldvorming waarvan zijn cliënt slachtoffer zou zijn geworden. De in zijn ogen „gedemoniseerde” Holleeder wordt in verband gebracht met tal van criminele feiten, niet in de laatste plaats de golf van liquidaties in Amsterdam die eind jaren negentig op gang kwam. De raadsman wees erop dat het juist Holleeder is die op menige dodenlijst voorkomt. In het verleden klopte hij daarover tevergeefs bij de politie aan, klaagde Moszkowicz.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer