Een gereformeerd kerkje in La Boca
BUENOS AIRES - In het reusachtige Argentinië is slechts 2 procent van de bevolking protestants. Deze 2 procent laat zich weer kennen als een smeltkroes, variërend van Hongaarse gereformeerden, Koreaanse presbyterianen tot en met gereformeerden van Hollandse komaf.
Alles valt in La Boca, een volkswijk in Buenos Aires, te verwachten; maar zeker niet het verrassende kerkje van degelijke gereformeerde origine. Toch staat het er, verscholen tussen andere gebouwen: de Iglesia Reformada. Halfelf op een zondagmorgen: orgelklanken, psalmborden, katheder en redelijk bezette banken. Ds. Karin Krug leidt de dienst, ze is uitgeleend door de Duitse evangelische kerk in Mar del Plata.De Gereformeerde Kerken in Argentinië komen voort uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. De kerk werd geïmporteerd door de Nederlandse immigranten die zich aan het einde van de negentiende eeuw in Argentinië vestigden. Die kwamen voornamelijk uit Groningen, Friesland en Zeeland. Tegelijkertijd arriveerden er Nederlands sprekende Zuid-Afrikanen (de bóérs) in Argentinië. Zij voelden zich kerkelijk verwant met de gereformeerde Nederlanders.
Het jaar 1893 geldt als het jaar waarop de Gereformeerde Kerken in Argentinië werden gesticht. In 1917 kwam het tot de classis Argentinië (vallend onder de particuliere synode van Zuid-Holland-Zuid).
Kerkelijke twisten
De Nederlandse gemeenschap in Argentinië had het eerst niet gemakkelijk. Maar in moeilijke tijden was de kerk altijd een centraal ontmoetingspunt, beamen Hollandse immigranten in het gereformeerde bolwerk Tres Arroyos unaniem, hier, 500 kilometer ten zuiden van Buenos Aires. En nog is dat zo. Velen zullen geen dienst overslaan, hoewel ook hier de secularisatie toeslaat en steeds minder mensen bij de kerk betrokken zijn.
Er deden zich de onvermijdelijke kerkelijke twisten voor, zoals die van 1927 in Comodoro Rivadavia. De Zuid-Afrikaanse dominee J. H. Hurter richtte toen naast de bestaande gereformeerde kerk een kerk op onder exact dezelfde naam: Iglesia Reformada Holandesa.
Tegenwoordig houdt de Zuid-Afrikaanse boerengemeenschap in Comodoro Rivadavia nog sterk vast aan de oude paden. „Die Argentynse Boere teel skape, (…) hulle behoort aan die Nederduits Gereformeerde Kerk.”
In 1941 kwam het tot de Culturele en Geestelijke Vereniging van de Gereformeerde Kerk in Buenos Aires. Daar werd in 1942 de eerste eigen kerk in gebruik genomen - de zwarte herdenkingssteen in de kerk in La Boca herinnert daaraan.
Ds. Pott uitte als eerste de wens om in Argentinië als nationale kerk, los van Nederland, door te gaan. Diverse bezoeken vanuit Nederland volgden.
In 1962 was het zover. Toen besloot de gereformeerde synode, bijeen in Apeldoorn, tot de onafhankelijkheid van de Iglesias Reformadas en la Argentina (IRA).
”Een geslaagde mislukking. Geschiedenis van de gereformeerden in Argentinië”, schreef de Nederlandse dominee J. A. C. Rullmann in 1977 over deze geschiedenis.
Momenteel zijn er van Patagonië tot Buenos Aires in totaal achttien gemeenten te vinden, met acht predikanten. Het aantal belijdende leden en doopleden bedraagt ongeveer 2000.
„In de afgelopen jaren nam het aantal actief meelevende leden niet af; sommige gemeenten groeiden zelfs beduidend”, aldus ds. Gerardo Oberman, secretaris van de IRA, in het blad Vida Abundante. Hij is de schrijver van een studie over de geschiedenis van de Hollandse immigratie in Argentinië en de oorsprong van de gereformeerde beweging 1988-1910.
Hollandse kerk
Samen met acht andere protestantse kerken heeft de IRA een theologische opleiding (Isedet). Contacten met de in Argentinië dominante Rooms-Katholieke Kerk lopen via een oecumenische raad. Niet-rooms-katholieke kerken zijn overigens verplicht zich te laten registreren bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Geëmeriteerd predikant Tomas Mulder (1931) zegt dat het heel moeilijk is geweest om van een Hollandse een Argentijnse kerk te worden. „Het was toch altijd de Hollandse kerk in Argentinië.”
Ds. Karin Krug beaamt dat veel van de ouderen nog Hollandse gebruiken hebben, wat zich vertaalt in het trouwe kerkbezoek. Ze wijst op de mensen die na de dienst gezellig blijven napraten: „Jongeren gaan echter anders met hun geloof en kerkelijke binding om. Ze komen bijvoorbeeld niet elke zondag. Daarentegen zetten ze zich geweldig in bij onze sociale projecten, die we ook in La Boca hebben.”