Premier Recep Tayyip Erdogan heeft woedend op het opgelaaide geweld gereageerd en het optreden van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) ondraaglijk genoemd.Na het kabinetsberaad riep Turkije Irak en de Verenigde Staten op Koerdische strijders aan te pakken die zich in Noord-Irak ophouden. Minister van Justitie Cemil Cicek zei dat van Irak verwacht wordt dat „deze dreiging ten opzichte van een buurland” wordt weggenomen en van de Amerikanen dat zij Irak hierin bijstaan. In de strijd tegen het terrorisme is Turkije bereid „elke denkbare maatregel” te nemen, aldus Cicek, doelend op eigenmachtig optreden. De Amerikaanse ambassadeur in Turkije zei in een reactie dat het beter zou zijn met de VS en Irak samen te werken in plaats van eenzijdig op te treden.

Vanuit Noord-Irak voerden Koerdische strijders zaterdag een aanval uit. ze doodden daarbij zeven Turkse militairen en een dorpswacht. In de plaats Gercus werd zondag een politieagent neergeschoten, die maandag aan zijn verwondingen overleed. Zondagavond werd ook in de plaats Ozalp een politieagent doodgeschoten.

Maandag werd bekend dat ook twee guerrillastrijders waren gedood. Donderdag kwamen bij de explosie van een landmijn in de provincie Bingöl al vijf Turkse militairen om het leven.

Tijdens spoedberaad van de antiterrorismeraad van regering, leger en politie zijn zondagavond al maatregelen tegen de PKK besproken. Maandag kwam de raad voorafgaand aan het kabinetsberaad opnieuw bijeen. De verwachting is dat de Turken nog meer troepen naar het zuidoosten zullen sturen.

De Koerdische rebellen opereren veelal in kleine groepen vanuit Irak.