Zondagavond werd in de zuidoostelijke provincie Van ook een politieagent doodgeschoten door Koerdische strijders en in de provincie Bingül werd een legerpost aangevallen. Tijdens spoedberaad van de antiterrorismeraad van regering, leger en politie zijn maatregelen tegen de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) besproken.De acht doden vielen zaterdag doordat guerrillastrijders een hinderlaag hadden gelegd bij de stad Eruh, in de provincie Siirt. Donderdag kwamen bij een landmijnexplosie in de provincie Bingül vijf militairen om het leven, waardoor het totaalaantal doden aan legerzijde in vier dagen opliep tot twaalf. De guerrillastrijders schoten eerder in het zuidoosten een politieman en twee Turkse onderofficieren dood. Het persbureau Anatolia meldde dat militairen zondag in Bingül een Koerdische rebel hadden doodgeschoten.

Premier Recep Tayyip Erdogan gaf uiting aan zijn woede en kondigde harde maatregelen tegen de PKK aan. Er werd een speciale zitting belegd van de antiterrorismeraad en vandaag buigt het kabinet zich over de kwestie.

Turkse militairen achtervolgden ondertussen de guerrillastrijders bij Eruh. Zij kregen daarbij luchtsteun van gevechtshelikopters. Ook werden Turkse commando’s met helikopters naar strategische plaatsen langs de grens met Irak overgebracht. Verder werden tanks en pantserwagens naar het grensgebied gestuurd.

De Koerdische rebellen opereren in kleine groepen vanuit bases in Noord-Irak. Turkije dringt al lang bij de Verenigde Staten en Irak aan op maatregelen tegen de PKK-bases in Noord-Irak, maar de VS hebben het te druk met de ordehandhaving in Bagdad en omstreken om zich druk te maken over het grensgebied. Ook de Iraakse regering heeft wel wat anders aan haar hoofd.

Erdogan zei dat Turkije tot dusver altijd „geduld” heeft betracht en heeft geprobeerd de problemen „met democratische middelen” op te lossen. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar zinspeelde op een offensief in Noord-Irak. Turkije heeft al zo’n 2000 militairen in Noord-Irak gelegerd.