„Lijden vervolgde kerk leeft te weinig”
ELSPEET - „Is er niet alle reden voor een gemeenschappelijke schuldbelijdenis, omdat wij niet genoeg denken aan vervolgde christenen? Moeten wij de Heere niet meer vragen wat wij doen moeten? Moeten jonge mensen niet gaan nadenken over wat de Heere met hen wil in dat opzicht?”
Deze vragen stelde ds. C. Stelwagen donderdagmiddag tijdens een zendingsmiddag in Elspeet. De plaatselijke hervormde predikant opende de bijeenkomst, die was georganiseerd door de hervormde gemeente binnen de Protestantse Kerk te Elspeet.Ds. Stelwagen gaf een aantal voorbeelden van christenen die vervolgd worden. Hij noemde mensen uit Noord-Korea, Pakistan, Cuba en India. Hij schaamde zich als hij aan hen dacht, zo zei hij. „We zitten hier niet zomaar.” Daarna kwam hij met de oproep tot een gemeenschappelijke schuldbelijdenis.
De predikant wees op de Nederlander die na de Russische invasie in 1968 naar Tsjechoslowakije ging om Russische Bijbels te verspreiden. Die man zei tegen Tsjechische christenen dat het fout van hen was dat ze niet met de Russische Bijbels naar Rusland waren gegaan om die uit te delen. „Maar”, vervolgde de evangelist, „nu brengt God de Russen bij u en zijn er meer kansen om hun het Woord van God te brengen.”
Zo zijn er nu, aldus ds. Stelwagen, „kansen om aan de moslims in Nederland het Woord te brengen.”
Ds. J. C. de Groot, hervormd emeritus predikant te Dordrecht, ging in zijn toespraak uit van 2 Korinthe 2:14-16a. De weg van het Evangelie is één grote zegetocht, zei hij. „Paulus werd altijd meegevoerd in de triomftocht van Christus, niet alleen als hij goed gesteld was, maar ook als hij gebonden was of geslagen werd. Allen die door Hem overwonnen hebben, delen in de zegen, ook al hebben ze op dat bepaalde moment het gevoel dat ze een nederlaag lijden.”
De predikant zei te begrijpen dat het moeilijk is om over de eerkroon te zingen als de zuigkracht van de ellende iemand naar beneden trekt. Hij hield de aanwezigen voor dat ze niet moeten triomferen in zichzelf, maar in Christus. „Hij heeft gestreden. De strijd van mij doet niet eens mee. Het is nodig te midden van de narigheid te ervaren dat de Heere het hoofd van Zijn kind omhoog heft. Ook al is de druk groot, toch mag ik zien op de uitkomst. Het is een zegetocht, of ik het geloof of niet.”
De derde spreker, ds. A. Simons uit Vinkeveen, sprak over de zondares uit Lukas 7 die de voeten van de Heere Jezus kuste en zalfde. De predikant zei dat er daar in de zaal maar Eén was Die het waard was om te aanbidden, en dat was Jezus. „De vele genodigden deden het echter niet. Alleen die vrouw deed het wel. Hoewel ze niet was uitgenodigd, was ze toch niet tegen te houden, ook niet tijdens een bijeenkomst waar Jezus niet in het middelpunt stond.”
Het geloof bewoog haar ertoe te vluchten tot Jezus. „Geloof gaat altijd gepaard met liefde. We discussiëren wat af over de kerk en de leer, maar aanbidden we Jezus wel en gaan we aan Zijn voeten zitten?”
Ds. Simons zei de mensen niet naar Jezus te willen drijven, maar hen te willen lokken. „Als je de voeten van Jezus mag kussen, dan moet je maar eens proberen tegen te houden wat er gebeurt. Dicht bij Christus zijn is leven bij het Woord. Als je met Christus leeft, kun je zelfs daar zijn waar je gehaat wordt. Zending bedrijven kan alleen als je liefde tot Jezus hebt en aan Zijn voeten blijft zitten, anders wordt het een fiasco.”
Aan het einde van zijn toespraak zei hij dat allen die leven met Christus geknakte mensen zijn. „Ze zijn sterk door de kracht die ze gekregen hebben.”