A. M. A. van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking)
Jarenlang behoorde A. M. A. (Agnes) van Ardenne-van der Hoeven tot de selecte groep CDA’ers die goed konden oppositievoeren. Als beloning mag ze nu zelf het beleid gaan bepalen. Ze wordt de staatssecretaris met het grootste budget.
Decennialang kende de Nederlandse regering een minister voor Ontwikkelingssamenwerking. CDA, LPF en VVD besloten nu te kiezen voor een staatssecretariaat. Het budget blijft evenwel gelijk: 0,8 procent van het bruto nationaal product. En dat is wat volgens Van Ardenne telt.
De 52-jarige Van Ardenne is een laatbloeier in de politiek. Als moeder en huisvrouw koos ze pas op haar 35e voor een politieke loopbaan. In 1988 werd ze gemeenteraadslid in Vlaardingen, waar ze drie jaar later promoveerde tot wethouder. Van 1988 tot 1992 was ze tevens voorzitter van het CDA-Vrouwenberaad.
In 1994 maakte zij haar entree in de Tweede Kamer, waar ze zich bezighield met uiteenlopende onderwerpen van de inzet van de fret bij de jacht tot de Indonesische vakbondsleider Pakpahan. Ze verdedigde steevast de belangen van de glastuinbouw en deed vooral van zich spreken ten tijde van de varkenspest, toen ze de strijd aanging met de toenmalige minister Van Aartsen van Landbouw.
Van Ardenne had zich na vier jaar Tweede Kamer voldoende onderscheiden om in 1998 een prominente rol te krijgen in de verkiezingscampagne. In haar tweede periode als kamerlid was ze woordvoerder op de terreinen ontwikkelingssamenwerking en defensie. Vlak voor de verkiezingen kwam ze nog veel in beeld door haar kritiek op het zwalken van de PvdA rond de Nederlandse deelname aan het JSF-project.
Verder viel ze op door haar voortdurende rivaliteit met minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking). Van Ardenne ageerde onder meer heftig tegen de „morele superioriteit” waarmee Herfkens de Amerikaanse regering kapittelde toen die besloot abortusorganisaties niet langer te subsidiëren.