Vier patiënten wonen buiten Amsterdam, maar zijn wel in de hoofdstad werkzaam. Negentien mensen wonen verspreid in Amsterdam. Eén patiënt is afgelopen weekeinde overleden als gevolg van de ziekte. De GGD heeft nog altijd geen bron gevonden voor de legionella-uitbraak. Wel is de geneeskundige dienst erachter gekomen dat het merendeel in het oostelijk deel van het centrum woont. Ook de vier patiënten van buiten Amsterdam bleken hier te werken.Inmiddels zijn er enkele tientallen monsters genomen van risicovolle installaties, zoals fonteinen en koeltorens. In afwachting van de laboratoriumuitslagen zijn enkele installaties uit voorzorg gesloten. De GGD verwacht de uitslagen van het laboratoriumonderzoek niet voor het einde van de week.

De eerste mensen met de zogeheten legionella pneumonie (veteranenziekte) meldden zich donderdagmiddag. Maandag hadden zeventien mensen met de ziekte aangeklopt bij de GGD en sprak de gezondheidsdienst van een „ongewoon hoog aantal patiënten”. Normaal melden zich in Amsterdam tien tot twintig personen per jaar die de ziekte hebben opgelopen.

De infectie wordt overgebracht door het inademen van zeer kleine druppeltjes water (nevel), waarin de bacterie zich bevindt. Iemand kan besmet water binnenkrijgen door fonteinen, douches of koeltorens die op gebouwen staan. De meeste mensen worden niet ziek na blootstelling. Slechts bij een klein deel van degenen die met de bacterie zijn besmet, ontwikkelt zich de ernstige veteranenziekte.

De ziekte kan niet van de ene mens op de andere worden overgedragen en is dus niet besmettelijk. Het drinken van water vormt geen enkel risico, aldus de GGD in Amsterdam. De veteranenziekte is goed te behandelen, maar is evenwel een ernstige aandoening met een overlijdensrisico van 5 tot 25 procent. Hoe sneller een antibioticum wordt toegediend, des te lager is het risico van overlijden.