België wijzigt omstreden genocidewet
België gaat sleutelen aan de genocidewet, die het mogelijk maakt om in het buitenland gepleegde schendingen van mensenrechten in Brussel te berechten. Zo kan in de toekomst geen vervolging plaatsvinden van zittende staatshoofden, premiers of ministers van Buitenlandse Zaken.
Aan de andere kant zal er wel sprake zijn van een verruiming, doordat de wet ook van toepassing wordt op personen die buiten België verblijven. De rechtbank van Brussel gebruikte dit argument vorige maand juist om een klacht van Palestijnse zijde tegen de Israëlische premier Sharon ongegrond te verklaren. Daardoor kon België een verstoring van de diplomatieke relaties met Israël ternauwernood voorkomen.
Door de voorgestelde wetswijzing kan Sharon hoe dan ook niet meer vervolgd worden. De wetswijziging is ingegeven door het grote aantal klachten dat vanuit het buitenland in België is ingediend. Anderhalf jaar terug zijn voor het eerst vier buitenlandse verdachten in België veroordeeld, voor in eigen land gepleegde schendingen van mensenrechten. Het ging om vier Rwandezen, onder wie twee nonnen, die zouden hebben aangezet tot massaslachtingen.
Binnen de regeringspartijen bestaat overeenstemming over de voorgestelde wetswijzigingen. Een zestal senatoren van de paars- groene regeringspartijen zal ze na de zomer indienen. De liberale senator Van Quickenborne wil daar bovendien de bepaling aan toevoegen dat klagers uit landen die het Internationale Strafhof van de VN in Den Haag erkennen, dat pas kunnen doen als zij minstens een jaar in België wonen.
Bovendien stelt Van Quickenborne dat verdachten die door het Internationaal Strafhof zijn vrijgesproken, niet opnieuw voor vervolging in België in aanmerking kunnen komen. Volgens Van Quickenborne zou zijn land anders volledig uit de pas lopen met internationale juridische verdragen.