Moreel verwerpelijk
Formeel valt hert kersverse Kamerlid Van Oudenallen niets te verwijten. Sinds afgelopen vrijdag maakt zij als eenvrouwsfractie deel uit van de Tweede Kamer. Nu al is duidelijk dat zij na de verkiezingen van 22 november niet in het parlement terugkeert. Na haar afscheid kan ze nog twee jaar aanspraak maken op een riante wachtgeldregeling. Zo zijn nu eenmaal de regels.
Dat neemt echter niet weg dat de ergernis over deze gang van zaken alleszins begrijpelijk is. Is het wel reëel dat iemand die per saldo 28 dagen vergadert, in ruim twee jaar 170.000 euro uit de staatskas ontvangt?Van Oudenallen heeft alles op alles gezet om nog voor het reces beëdigd te worden als opvolgster van het naar de PvdA overgelopen LPF-Kamerlid Kraneveldt.
Wanneer de installatie van Van Oudenallen na de vakantieperiode was geweest, dan zou zij straks beduidend minder wachtgeld krijgen omdat ze dan maar drie maanden in het parlement kon zitten.
Drie of vijf maanden scheelt in tijd overigens niet zo veel. Het maakt echter wel tienduizenden euro’s aan wachtgeld uit. Dat heeft van Oudenallen goed door gehad en vandaar haar aandringen op een snelle entree in de Kamer.
Pikant is natuurlijk ook dat de Kamer afgelopen vrijdag weer bijeen moest komen omdat een week eerder het kabinet viel dankzij het optreden van D66. Was dat niet de partij die de kloof tussen burger en politiek wilde verkleinen? Dat lukt in ieder geval niet door de gang van zaken rond de vacature in de Tweede Kamer.
Er zijn moreel vragen te stellen bij het aantreden van het nieuwe Kamerlid. Is hiermee het landsbelang -waar het een volksvertegenwoordiger om moet gaan- beoogd? Het lijkt er veel meer op dat het belang van de eigen portemonnee telt.
Op dat laatste punt heeft de nieuwe parlementariër toch al geen beste naam. Zij heeft zich als gemeenteraadslid in Amsterdam een kwade reuk bezorgd door te sjoemelen met bonnetjes waarbij ze zich liet uitbetalen voor adviezen die ze zichzelf gaf.
Helaas is dat nooit strafrechtelijk onderzocht. Blijft echter dat het verwijt van zelfverrijking nooit afdoend weerlegd is. Van Oudenallen heeft een negatief imago op dit punt en dat schaadt het vertrouwen in de politiek.
Bij alle kritische kanttekeningen die te plaatsen zijn, kan haar echter niet het formele recht ontzegd worden om plaats te nemen in de Kamerbankjes en straks haar hand op te houden voor wachtgeld.
Wanneer regering en parlement dit voorval echter zouden aangrijpen om de bestaande regels tegen het licht te houden, kan er uit dit verlies nog winst geboren worden.
In het bedrijfsleven is een ontslagvergoeding afhankelijk van het aantal dienstjaren. Hoe langer in dienst, hoe hoger de uitkering. Een dergelijke afspraak zou ook voor Kamerleden moeten gelden.
Differentiatie in wachtgelduitkering zou tot gevolg hebben dat volksvertegenwoordigers die een blauwe maandag deel uitmaken van het parlement dan minder krijgen dan Kamerleden die jarenlang de hitte des daags en de koude des nachts hebben verdragen.