’Bot heeft dagelijks overleg over ontvoerde kinderen’
RIJSWIJK (ANP) – Minister Bot van Buitenlandse Zaken heeft bijna dagelijks contact met zijn Syrische ambtgenoot over de twee Nederlandse kinderen die in de Nederlandse ambassade in Damascus zitten. Dat heeft de moeder van de twee zaterdagochtend in het Radio 1 Journaal gezegd.
Ammar (12) en Sara (10) zijn in 2004 door hun Syrische vader ontvoerd. Het tweetal is twee weken geleden naar de ambassade gevlucht aan de hand van een kaartje met een routebeschrijving dat moeder hun al in 2004 had gegeven.Volgens moeder Janneke Schoonhoven heeft de ambassade een leraar laten invliegen en krijgen de kinderen drie uur per dag onderwijs. Ook neemt het personeel vaak hun eigen kinderen mee om Ammar en Sara gezelschap te houden.
Schoonhoven is niet te spreken over de hulp die zij in eerste instantie van de overheid heeft gehad. „Ik merk wel dat je niet op je stoel moet blijven wachten tot zij wat gaan doen". Toen zij doorhad dat haar ex–man de kinderen had ontvoerd, belde Schoonhoven in paniek de Centrale Autoriteit, een speciale instantie van Justitie waarop ouders van ontvoerde kinderen een beroep kunnen doen. „Daar kreeg ik te horen: ’u bent nummer 151 en als alle ouders van ontvoerde kinderen gaan bellen, komen wij niet aan werken toe’. Dan krijg je een harde klap in je gezicht", aldus Schoonhoven.
Ook de politie heeft volgens haar steken laten vallen. De vader van de kinderen is na de ontvoering nog naar Nederland gekomen om zijn auto en inboedel op te halen. Bekenden die hem zagen, hebben toen de politie gewaarschuwd, maar die greep niet in. Schoonhoven werd, ook voor de ontvoering, door veel instanties als „een overbezorgd moedertje met hersenspinsels" gezien.