Zaak-Geelkerken stond niet op zichzelf
Titel:
”De kwestie-Geelkerken. Een terugblik na 75 jaar”
Auteur: dr. G. Harinck (red.)
Uitgeverij: De Vuurbaak
Barneveld, 2001
ISBN 90 5560 231 0
Pagina’s: 219
Prijs: €(11,25 (ƒ 24,75).In 75 jaar tijd kan er veel veranderen. Ook op kerkelijk gebied. Waar de Gereformeerde Kerken in 1926 een predikant (dr. J. G. Geelkerken) afzetten omdat hij ruimte vroeg voor een symbolische interpretatie van bepaalde onderdelen van Genesis 3, leggen zij tegenwoordig predikanten die in hun visie op de Bijbel veel en veel verder gaan, niets meer in de weg. Een gedetailleerde beschrijving van dit stukje kerkgeschiedenis vinden we in het boek ”De kwestie-Geelkerken”, dat recent onder redactie van dr. G. Harinck verscheen.
In dit verband rijst de vraag of ook in hervormd-gereformeerde kring, in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), de Christelijke Gereformeerde Kerken en niet te vergeten onder de Nederlands gereformeerden, niet velen inmiddels de synode van Assen (die destijds Geelkerken afzette) links gepasseerd zijn. Of behoeven we dit niet meer als vraag op te werpen, maar is het gewoon een feitelijke constatering?
Geelkerken beweerde overigens dat Assen de lijnen strakker trok dan Kuyper en Bavinck tijdens hun leven gedaan hadden. Op dat punt komt drs. D. van Keulen in deze bundel tot de conclusie dat Kuyper en vooral Bavinck wel aanknopingspunten boden voor Geelkerken, maar dat de synode zich toch met meer recht op deze voormannen kon beroepen. Zeker van Kuypers schriftbeschouwing gold dat die niet altijd even consistent was. Gedachten van organische en mechanische inspiratie liepen door elkaar heen.
Het boek begint met een chronologisch overzicht van de kwestie-Geelkerken van de hand van dr. D. Th. Kuiper, die ook in zijn proefschrift ”De Voormannen” (1972) al uitgebreid op het verloop was ingegaan. Daarna volgt een zeer leesbaar geschreven bijdrage van de gereformeerde predikant M. J. Aalders. Hij laat ons kennismaken met Geelkerken en de omgeving waarin de strijd zich afspeelde.
Niet op zichzelf
Duidelijk wordt dat zijn spreken over de slang niet op zichzelf stond. Ook voordien was Geelkerken een omstreden figuur. Hij ijverde voor de invoering van gezangen, koos partij voor Netelenbos, die in 1919 als gereformeerd predikant werd afgezet wegens zijn visie op het Schriftgezag, verdedigde het lidmaatschap van de (niet-gereformeerde) NCSV en de toneeluitvoering van VU-studenten en kritiseerde het getuigenis van de Leeuwarder synode over wereldgelijkvormigheid. Mogelijk voelde hij zich ook gepasseerd omdat hij na het overlijden van Bavinck niet op diens leerstoel werd benoemd.
Bij deze conflicten ontbrak het hem veelal aan sociale intelligentie, aldus Aalders. Dat is niet te veel gezegd. Zo was de wijze waarop hij in de kerkbode polemiseerde met de andere gereformeerde predikant van Amsterdam-Zuid beneden peil. Hij noemde de artikelen van zijn collega over de gezangen „oppervlakkig en onoordeelkundig gebabbel.”
Ook in de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, die na Assen gevormd werden, gold Geelkerken als een moeilijk mens. De verhouding tussen hem en Buskes, die later ook predikant was in de gemeente van Geelkerken, was bepaald niet hartelijk.
Geelkerken kwam uit een doleantiefamilie die zich in de negentiende eeuw aanzienlijk opgewerkt had. Zijn vader, die vroeg overleed, liet hem een aardig vermogen na. Toen hij naar Amsterdam-Zuid ging, kocht hij zelf een huis. Duidelijk op een betere stand dan de pastorie van zijn collega.
Elitegemeente
De gereformeerde kerk van Amsterdam-Zuid was tot op zekere hoogte een elitegemeente, maar dat gold minder van het gedeelte rond de Schinkelkerk, waar Geelkerken in 1924 zijn omstreden preek hield. Die preek leidde tot de aanklacht van een gemeentelid, H. Marinus.
Een probleem daarbij was dat Marinus met een andere formulering van het betreffende preekfragment kwam aanzetten dan hetgeen Geelkerken naar eigen zeggen had uitgesproken. Zelfs daarover konden beiden het niet eens worden. Marinus vertrouwde zijn predikant volstrekt niet en hield vast aan zijn eigen verdergaande versie.
Toch zag het er aanvankelijk naar uit dat de zaak met een sisser af zou lopen. Geelkerken had zelf geen moeite met een letterlijke interpretatie van de slang en de bomen in het paradijs, maar wilde de mogelijkheid van een meer symbolische uitleg open houden. Over en weer bestond er echter geen vertrouwen meer in elkaar.
Uiteindelijk, na een procedure van twee jaar, werd Geelkerken door de synode van Assen afgezet. Dat riep weer nieuwe vragen op van hen (onder anderen Greijdanus) die dit in strijd vonden met het tot dusver aangehangen doleantiekerkrecht.
Schriftgezag
Inmiddels zijn we driekwart eeuw en een aantal kerkelijke conflicten verder. Men mag grote bedenkingen hebben tegen het voorwerpelijke geestelijke klimaat in de toenmalige Gereformeerde Kerken, men mag bepaalde formuleringen van het synodebesluit over Genesis 3 minder gelukkig vinden, dat alles moet ons niet doen vergeten dat Assen uitdrukkelijk het schriftgezag wilde handhaven.
In 1967 hief de gereformeerde synode de binding aan Assen op. Inmiddels zijn de Gereformeerde Kerken veel en veel verdergegaan dan Geelkerken en andere vertegenwoordigers van de zogenaamde ’beweging der jongeren’ destijds bepleitten.
Hun verzet tegen de neo-gereformeerde verstandelijkheid roept bij ons wellicht een bepaalde herkenning op. Toch kwamen zij duidelijk uit een andere hoek dan de bevindelijk-gereformeerde critici van het kuyperianisme.
Drs. J. Exalto, die een hoofdstuk in deze bundel wijdde aan de reacties van andere kerken op Assen, vermeldt dat de christelijke gereformeerde Wisse, ondanks zijn kritiek op de Gereformeerde Kerken, met deze stroming niets te maken wilde hebben. De latere hoogleraar sprak in dit verband onomwonden van een neo-religie die ver afstond van de ware godzaligheid.