Ontvoerde kinderen nemen toevlucht in ambassade
RIJSWIJK (ANP) – Het ministerie van Justitie registeert jaarlijks ongeveer 120 ontvoeringen van kinderen uit Nederland. Net zoals bij de kinderen die nu in de Nederlandse ambassade in Damascus zitten, betreft het volgens het Nederlandse Rode Kruis vaak kinderen die een van de ouders naar zijn of haar land van herkomst meeneemt. Het Rode Kruis houdt een Meldpunt Vermisten bij.
Vele landen, waaronder alle lidstaten van de Europese Unie, hebben afspraken over internationale kinderontvoering gemaakt in het Haags Verdrag, dat in oktober 1980 tot stand kwam. Is het kind waarschijnlijk meegenomen naar een van de 76 landen die bij dat verdrag partij zijn, dan kent het ministerie van Justitie een speciale instantie, waarop de ouder van wie het kind is ontvoerd, een beroep kan doen: de Centrale Autoriteit. Die werkt nauw samen met de Centrale Autoriteiten in de andere verdragslanden.Als het land waar het ontvoerde kind zich bevindt, geen partij in het verdrag is, schakelt de Centrale Autoriteit het ministerie van Buitenlandse Zaken in. Dat zal dat land vragen „in de geest van het Haags Verdrag te handelen", zegt een woordvoerster van dat departement. Dat gebeurt in voorkomende gevallen met Syrië maar ook met Algerije, Egypte, Marokko, Tunesië en Turkije.