Israël is een illusie armer
Als de Israëlische bevolking al de illusie had dat de terugtrekking uit de Gazastrook, in augustus vorig jaar, een einde aan Palestijnse terreuraanvallen zou maken, dan is die hoop de afgelopen dagen definitief de bodem in geslagen. De enige manier om Palestijns geweld te stoppen staat onomwonden in het handvest van Hamas beschreven: de vernietiging van de staat Israël en het vestigen van islamitisch gezag in heel Palestina.
Jeruzalem deelt dit waandenkbeeld uiteraard niet, en probeert momenteel met militaire middelen de Palestijnen op andere gedachten te brengen. Hoewel de Hamasregering blijkbaar alleen de taal van geweld verstaat, is het maar de vraag of de inzet van Israëlische tanks en gevechtsvliegtuigen een afdoende oplossing biedt voor het probleem.De afgelopen dagen schoot het Israëlische leger onder andere een Palestijnse elektriciteitscentrale en het ministerie van Binnenlandse Zaken in Gaza-stad in puin. Met al zijn militaire deskundigheid en moderne technologie zou Israël toch betere manieren moeten kunnen verzinnen om een ontvoerde korporaal vrij te krijgen en een einde aan raketaanvallen te maken. Palestijnse terroristen hebben zich nog nooit iets van Israëlisch militair geweld aangetrokken.
In Israël gaan intussen steeds meer stemmen op om haast te maken met de terugtrekking uit de gebieden op de Westelijke Jordaanoever en een totale scheiding tussen Joden en Palestijnen tot stand te brengen. Alleen op die wijze zou de Palestijnse terreur een halt kunnen worden toegeroepen.
Met een beweging aan het bewind die officieel de vernietiging van de Joodse staat op het oog heeft, lijkt die veronderstelling vooralsnog niet bijzonder realistisch. Bovendien hebben raketten nu eenmaal de vervelende eigenschap zich niet aan fysieke grenzen tussen volken te storen.
Als Hamas echter nog een laatste restje verantwoordelijkheidsbesef wil behouden, zou de beweging er goed aan doen het geweld direct af te zweren en een tweestatenoplossing te accepteren. De fundamentalistische groepering heeft sinds de parlementsverkiezingen van januari het lijden van de Palestijnse bevolking alleen maar verergerd.
Linksgeoriënteerde Israëlische kranten riepen deze week om het hardst dat het huidige geweld de eerste belangrijke test is voor de regering van premier Ehud Olmert en zijn plannen voor verdere terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever. De situatie is echter veel meer een test voor de Palestijnen, en in het bijzonder voor de Hamasregering.
In januari verdedigde Hamas zijn verkiezingswinst met een beroep op de democratie. Het Palestijnse volk had gesproken - en die keuze moest de internationale gemeenschap accepteren. Hamas verloor gemakshalve uit het oog dat bij deelname aan het democratisch proces ook bepaalde regels gelden. Een rechtsstaat wordt niet geacht de ondergang van een andere staat op het oog te hebben. Evenmin hoort een overheid raketbeschietingen op onschuldige burgers te gedogen en terreuraanslagen te legitimeren.
Hamas moet tonen daadwerkelijk in staat te zijn zich als een verantwoordelijke regering te gedragen. Als de partij op de ingeslagen weg van confrontatie en religieus fanatisme voortgaat, zal ze het Palestijnse volk in de zoveelste nationale catastrofe storten.
De internationale gemeenschap kan Hamas onder druk zetten, sancties instellen en de geldkraan dichtdraaien om te proberen de beweging tot een beslissing te dwingen om Israël te erkennen en het geweld af te zweren. Maar het zijn uiteindelijk de Palestijnen zelf die zo’n besluit moeten nemen. En daarvoor zullen ze eerst moeten accepteren dat het Joodse volk voor altijd een plaats in Israël zal hebben.
Sinds het verwerpen van het VN-delingsplan van 1947 hebben de Palestijnse machthebbers steeds de verkeerde keuzes gemaakt. Het is voor alle partijen hoog tijd dat die traditie wordt doorbroken.