Bidden en zingen, midden in de nacht
RIJSSEN - Een zendingswerker wordt geacht op alle situaties voorbereid te zijn. Als je leest in welke situaties de apostelen terechtkwamen, kun je je afvragen of wij wel net zo doorkneed zijn als zij. Waarin ligt dan de kracht van een zendeling? In het gebed. Dat is: in het zoeken van de band met de Zender.
Dit zei ds. C. van den Berg woensdagavond in Rijssen tijdens een door de Bonisa Zending belegde zendingsavond. Ds. Van den Berg, die voor de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) en de Bonisa Zending in Azië werkt, nam in zijn toespraak de bekering van de stokbewaarder uit Handelingen 16 als uitgangspunt. Hij wees erop hoe de apostelen hachelijke momenten hebben doorstaan. Na het wonder van Lydia’s bekering eindigde de dag in Filippi met eenzame opsluiting. „Ondanks de benarde omstandigheden denken de apostelen groot van de Heere en geven ze daar luidkeels uiting aan. De echo van die lof des Heeren klinkt door tot de medegevangenen. Het dieptepunt wordt nu een hoogtepunt.Dit voorbeeld moeten we voor ogen houden. Midden in de nacht wandelen de apostelen in het licht. Ze lijden en toch bidden ze. In weerwil van moeilijke omstandigheden zijn ze goedsmoeds, en daarom zingen ze psalmen. En dat heeft een uitwerking op hun medegevangenen. Christus heeft uit het lijden gehoorzaamheid geleerd. Dat wij in navolging van Hem niets worden in eigen oog, om dan zo voor Hem bruikbaar te zijn, Gode tot lof.”
Na ds. Van den Berg sprak ds. W. Pieters over het gesprek tussen de apostelen en de stokbewaarder na de aardbeving. Ds. Pieters, predikant van de hersteld hervormde gemeente van Garderen, belichtte eerst de oproep: „Doe uzelf geen kwaad.” „Ieder die Christus niet omhelst als Zaligmaker, doet zichzelf kwaad”, zei ds. Pieters. „Het werk van dienaar van God bestaat in feite uit niet anders dan de mensen toe te roepen dat zij zichzelf geen kwaad moeten doen.”
Uit de vraag van de stokbewaarder („Wat moet ik doen om zalig te worden?”) blijkt dat er behalve een aardbeving ook een hartbeving heeft plaatsgevonden, zei ds. Pieters. „Predikers en zendingswerkers beseffen hoe ernstig hun arbeid is, want het gaat over zalig worden of rampzalig blijven.”
De Garderense predikant vond het opmerkelijk dat hier alleen een aansporing om in Christus te geloven als antwoord gegeven wordt. „Hoewel middelen zoals bidden, Bijbellezen en kerkgang in de Bijbel nooit onderschat worden, is er geen alternatief mogelijk: het is óf Christus vertrouwen, óf Hem wantrouwen.”