Dat heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken woensdag op basis van een enquête bekendgemaakt. De deelname aan de levensloopregeling is bij de overheid slechts een fractie hoger dan bij bedrijven, waar 5 procent van het personeel van het verlofsparen gebruikmaakt.Medewerkers van de overheid willen de verlofregeling vooral benutten om eerder te kunnen stoppen met werken. „Circa 57 procent van de werknemers die (gaan) deelnemen aan de levensloopregeling geeft aan dit te doen om eerder met pensioen te kunnen gaan”, stelt het departement.

De verlofregeling moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk beter kunnen combineren met bijvoorbeeld de zorg voor een baby. Het kabinet hoopt dat vooral vrouwen daardoor meer gaan werken. Het inzetten van het gespaarde verlof om eerder te stoppen met werk, is niet het beoogde doel. Onder druk van de vakbonden heeft het kabinet dit toch toegestaan.

Zowel bij de overheid als bij bedrijven blijft het spaarloon, waarmee mensen belastingvrij geld kunnen sparen, veel geliefder dan de levensloopregeling. Werknemers moeten kiezen tussen beide regelingen. Bij de overheid doet 54 procent van het personeel mee aan de spaarloonregeling.

„De meest genoemde reden om niet aan de levensloopregeling deel te nemen, is dat men twijfelt aan het voortbestaan van de regeling in de huidige vorm”, aldus het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook onder werknemers in de marktsector blijkt het vertrouwen in het verlofsparen laag.

Veel medewerkers bij de overheid willen verder überhaupt niet sparen voor verlof. Ook vinden zij dat je te lang moet sparen om met verlof te kunnen. Bovendien moet de werkgever toestemming geven voor het opnemen van verlof.