De verkiezingen zijn gewonnen door de nationalistische oppositiepartij VMRO-DPMNE van Nikola Gruevski. Na het tellen van ruim een derde van de stemmen stond de VMRO-DPMNE op 33 procent van de stemmen, tegenover 24 procent voor Buckovski’s Sociaal-Democratische Unie.Gruevski heeft de afgelopen maanden hard campagne gevoerd tegen de regering, die zich volgens hem schuldig heeft gemaakt aan corruptie en verantwoordelijk zou zijn voor de armoede in het land. Het werkloosheidspercentage is de afgelopen jaren gestegen van 31 tot 38.

Macedonië werd in 1991 onafhankelijk van Joegoslavië en kampt sindsdien met economische problemen. Buckovski prees in de verkiezingscampagne niettemin de wonderen die zijn regering de laatste vier jaar zou hebben verricht. „Geef ons de kans om dit wonder door te zetten en Macedonië de EU en de NAVO binnen te loodsen. Dit land kan geen verdeling of radicalisme meer gebruiken.”

Bijna 7000 waarnemers zagen erop toe dat de verkiezingen eerlijk verliepen. Er stond veel meer op het spel dan de 120 parlementszetels. Fraude en zelfs het vermoeden van fraude verkleinen de kansen van de voormalige Joegoslavische deelrepubliek op toetreding tot de NAVO en de Europese Unie. Lidmaatschap daarentegen biedt volgens velen een uitweg uit de economische malaise.

De aanloop naar de parlementsverkiezingen werd ontsierd door zo’n 25 geweldsincidenten, voornamelijk tussen aanhangers van rivaliserende etnisch Albanese partijen. De NAVO maande de politieke partijen in Macedonië onlangs een einde te maken aan het geweld. In 2001 strijdden regeringstroepen nog een halfjaar lang met etnisch Albanese rebellen - ongeveer een kwart van de 2 miljoen Macedoniërs is etnisch Albanees. Daarbij vielen zo’n tachtig doden.