J. Remkes (vice-premier, Binnenlandse Zaken)
De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier is een uitstekend debater en een liberaal van het zuiverste water. In de afgelopen kabinetsperiode was hij vrij onzichtbaar als staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Remkes in 1998 toetrad tot het tweede kabinet-Kok wekte geen verbazing, want hij was één van de vertrouwelingen van de toenmalige VVD-leider Bolkestein. Dat hij naar VROM ging, was wel enigszins verwonderlijk, omdat hij zich in de jaren daarvoor nauwelijks met dit beleidsterrein had bezig gehouden.
Toch heeft hij in de afgelopen jaren niet stilgezeten. Hij heeft onder meer het huurprijzenbeleid en de bouwregelgeving herzien. Meer vrijheid voor burgers en voor (ver)huurders was zijn parool.
Want zo Remkes iets is, is hij een liberaal. Hij straalt dat in alles op natuurlijke wijze uit. Zijn kleding, zijn taal, zijn bewegingen, ze doen allemaal denken aan de enigszins deftige liberalen uit vervlogen tijden.
Johan Remkes werd in 1951 geboren te Zuidbroek, een plaats in de provincie Groningen waar zijn vader een bedrijf in de tuinbouw had. Het gezin was niet kerkelijk. Na de hbs behaalde hij zijn kandidaats economie aan de Rijksuniversiteit in de stad Groningen.
In het begin van de jaren zeventig koos de jonge Remkes voor de VVD. Hij had „een zekere afkeer van de modieuze dominees van de studentenbeweging.” Hij twijfelde nog enigszins tussen D66 en VVD, maar toen D66-oprichter Van Mierlo toegaf dat hij met het pistool op de borst zou kiezen voor de PvdA en niet voor de VVD op het moment dat zijn partij niet meer zou bestaan, meldde Remkes zich aan bij de VVD.
Hij sloot zich ook aan bij de jongerenclub van de VVD, de JOVD. Zijn politieke talent viel daar al snel op en hij schopte het eind jaren zeventig tot landelijk voorzitter. Hij heeft toen pogingen in het werk gesteld om onder Wiegel op de landelijke VVD-lijst te komen. Dat is niet gelukt.
Remkes werd toen gemeenteraadslid in Groningen en daar klom hij al snel op tot fractievoorzitter. Maar ook de provinciale VVD liet het oog op hem vallen. Hij kwam op de lijst voor de provinciale statenverkiezingen en in 1982 werd hij gevraagd als gedeputeerde in de provincie waar hij steeds meer van ging houden. Toen hij dagelijks bestuurder van de provincie werd, stapte hij uit de gemeenteraad.
In zijn Groningse periode deed Remkes ervaring op met ”paars”. Mede door toedoen van de links georiënteerde VVD’er Vonhoff, destijds commissaris van de Koningin in Groningen, kreeg deze provincie een college zonder het CDA.
Ondertussen wilde de landelijke VVD hem graag naar Den Haag halen, maar toen wilde Remkes niet meer. Begin jaren negentig moest de toenmalige VVD-leider Bolkestein al zijn overtuigingskracht in de strijd werpen om de Groninger over te halen om zich beschikbaar te stellen voor de Tweede Kamer. Hij stond al eerder op de lijst, maar als hij vanwege een tussentijds vertrek van een liberale collega uit de Kamer aan de beurt kwam, liet hij zijn kans steeds voorbijgaan. „Er moest aan me worden getrokken als aan een paard in de Groningse klei”, zo heeft Remkes eens verklaard.
Remkes benoeming als staatssecretaris op VROM was eigenlijk maar een tussenstation. Als minister van Binnenlandse Zaken kan Remkes al zijn talenten in de strijd gooien. Het binnenlands bestuur is zijn lust en zijn leven. Bovendien mag hij het belangrijke thema veiligheid in de komende jaren vorm gaan geven. Het nieuwe kabinet maakt daar een speerpunt van.
De nieuwe functie is niet zonder risico’s. Van Remkes wordt verwacht dat hij met relatief weinig middelen het oplossingspercentage aan misdrijven sterk verhoogt. Er moeten streefcijfers komen en als die bij herhaling niet worden gehaald, moeten de verantwoordelijken het veld ruimen, zo zijn de onderhandelaars in de afgelopen weken overeengekomen.