Buitenland

Vrouwen dringen niet door in Koeweitse politiek

KOEWEIT - Voor het eerst in de geschiedenis mochten vrouwen vorige week aan de parlementsverkiezingen in Koeweit deelnemen. Zij slaagden er echter niet in een zetel te bemachtigen. In plaats daarvan lijken fundamentalistische moslims in het Golfstaatje steeds meer terrein te winnen.

Mr. Richard Donk
5 July 2006 07:59Gewijzigd op 14 November 2020 03:54
KOEWEIT - Een vrouw brengt haar stem uit in Koeweit. De vrouwelijke kandidaten voor het parlement slaagden er echter niet in een zetel te bemachtigen. In plaats daarvan lijken fundamentalistische moslims in het Golfstaatje steeds meer terrein te winnen.Fo
KOEWEIT - Een vrouw brengt haar stem uit in Koeweit. De vrouwelijke kandidaten voor het parlement slaagden er echter niet in een zetel te bemachtigen. In plaats daarvan lijken fundamentalistische moslims in het Golfstaatje steeds meer terrein te winnen.Fo

Het had een triomfdag voor de Koeweitse vrouwen moeten worden. Niet alleen mochten zij voor het eerst hun stem uitbrengen, er deden vorige week donderdag ook nog eens 28 vrouwelijke kandidaten een gooi naar een van de 50 plaatsen in de volksvertegenwoordiging. Zij moesten het tegen 224 mannelijke gegadigden opnemen. De getalsmatige overmacht -en de invloed van cultuur en religie- bleken te groot; geen van de vrouwen wist een plekje in het parlement te veroveren.Hoewel Koeweit de oudste parlementaire traditie van de Golfstaatjes op het Arabisch schiereiland heeft, was het een van de laatste die vrouwen in de politiek toelieten. Alleen in Saudi-Arabië mogen vrouwen niet stemmen. Riyad staat dientengevolge ook niet toe dat vrouwen zich verkiesbaar stellen voor het parlement, maar de koninklijke familie wijst wel zelf een aantal vrouwelijke volksvertegenwoordigers aan.

Merkwaardig genoeg was de late omschakeling in Koeweit juist een gevolg van de relatief lange democratische traditie. In de meeste landen rond de Perzische Golf vaardigde de heersende familie simpelweg een decreet uit dat vrouwen meer politieke rechten verleende. In Koeweit besliste ’het volk’.

Daardoor zag de toenmalige emir, sjeik Jaber al-Ahmad al-Sabah, zijn voorstel om vrouwen in de politiek toe te laten in 1999 weggestemd door het parlement. De conservatief ingestelde volksvertegenwoordigers vonden de maatregel „in strijd met de islam en de waarden van de Koeweitse maatschappij.” Overigens deed de emir zijn voorstel onder grote druk van de Amerikanen. Die eisten politieke hervormingen in ruil voor de bevrijding van Koeweit tijdens de Golfoorlog.

Pas zes jaar later, na een forse lobby van vrouwenrechtenactivisten, nam het parlement alsnog een wet aan die vrouwen passief kiesrecht verleende. De nieuwe wetgeving had echter niet het gewenste effect; volgens de -vrijwel definitieve- uitslagen zal het nieuwe parlement opnieuw uitsluitend uit mannen bestaan.

Slaagden de vrouwen er vorige week niet in een zetel in het parlement te veroveren, de oppositie zag haar toch al comfortabele meerderheid nog verder toenemen en steeg van 29 naar 33 zetels. Die verkiezingswinst is opnieuw een helder signaal in de richting van de Koeweitse regering en de wijdvertakte emirfamilie. Binnen het parlement gaan steeds meer stemmen op om corruptie bij de heersende elite aan te pakken. De oppositiekandidaten hadden de strijd tegen corruptie zelfs tot hun belangrijkste verkiezingsthema gemaakt.

Of de volksvertegenwoordiging er daadwerkelijk in zal slagen iets tegen de corruptie en de vriendjespolitiek te ondernemen, is maar de vraag. De emir van Koeweit heeft een beslissende stem bij de meeste besluiten en de belangrijkste kabinetposten worden door leden van zijn familie bezet. Beslissingen die pogen de macht van de emir in te perken of de overdadige luxe van veel prinsen aan banden leggen, kunnen steevast op een veto rekenen.

Dat bleek ook onlangs toen de oppositie aankondigde een wetsvoorstel in te dienen dat het aantal kiesdistricten in het emiraat van 25 naar 5 zou terugbrengen - een maatregel die verkiezingsfraude door het ’kopen’ van stemmen moest tegengaan. Toen de regering haar sterke afkeuring liet blijken, boycotte de oppositie de zittingen van het parlement. Emir Al-Sabah maakte een einde aan de discussie door de volksvertegenwoordiging simpelweg te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.

Voor de korte termijn mag het machtswoord van de emir dan in zijn voordeel hebben gewerkt, op de lange termijn ziet hij zich geconfronteerd met een opnieuw gegroeide oppositie. Bovendien bestaat de oppositie in toenemende mate uit fundamentalistische moslims, een fenomeen dat steeds meer Arabische landen ernstige zorgen baart. In Koeweit pakten de traditioneel ingestelde parlementariërs de afgelopen jaren al een flink aantal zaken aan dat volgens hen met de islam in strijd is. Dat belooft niet veel goeds voor de politieke participatie van Koeweitse vrouwen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer