H. Nawijn (Vreemdelingenbeleid en Integratie)
Maandagavond voerde H. (Hilbrand) Nawijn in de gemeenteraad van Zoetermeer nog het woord namens het CDA. Inmiddels heeft hij zich bekeerd tot de LPF. Binnen die partij geldt hij als de veelbelovende zwaargewicht die een ultrastreng vreemdelingenbeleid gestalte moet geven.
Wat van Nawijn (53) een zwaargewicht maakt, is in de eerste plaats zijn achtergrond als directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van het ministerie van Justitie. In 1988 werd hij na een lange carrière op dat ministerie (sinds 1973) bevorderd tot directeur vreemdelingenzaken. Hijzelf leidde in 1994 de transformatie van die dienst tot de IND, de instantie die alle asielverzoeken beoordeelt.
In de tweede plaats mag Nawijn een zwaargewicht heten vanwege de manier waarop hij zijn functie van IND-directeur vervulde. Hij deed dat gestructureerd, streng en eigenzinnig. Vooral met de laatste eigenschap zat hij de politieke leiding van het ministerie dikwijls in de weg. Zo formuleerde hij keiharde kritiek op de ad-hocmaatregelen waarmee staatssecretaris Schmitz onder paars I de groeiende instroom van asielzoekers te lijf ging. Het leverde hem een spreekverbod op.
Duidelijk was toen al dat Nawijn zelf een man is van de harde lijn. De geboren Kampenaar promootte het strikte model dat Denemarken sinds het begin van de jaren negentig hanteert voor de toelating van asielzoekers. Het nieuwe regeerakkoord biedt hem de handvatten dergelijke strengheid ook in Nederland te betrachten.
In 1996 volgde het vertrek van Nawijn bij de IND. Interne en externe kritiek deed hem de das om. Oud-medewerkers van de IND schiepen het beeld van een topambtenaar die slecht tegen kritiek kan, moeizaam delegeert en alleen maar is gericht op het halen van productie. De Rekenkamer en adviesbureau Berenschot veegden de vloer aan met de lange wachttijden in de asielprocedure, de slechte organisatie en zoekgeraakte dossiers bij de IND. Bovendien bleken bedrijven die voor de IND werkten tegelijkertijd sponsor te zijn van Nawijns voetbalclub DSO in Zoetermeer.
De „druk en de stress” als crisismanager bij de IND deden Nawijn zelf besluiten het bijltje erbij neer te gooien. „Ik was de ambtenarij meer dan zat”, zei hij in een interview in Trouw. „De laatste jaren bij Justitie waren niet meer inspirerend en motiverend. De politiek wilde van me af.”
In eerste instantie kwam Nawijn terecht bij adviesbureau KPMG. In 1998 maakte hij een opmerkelijke overstap en werd asieladvocaat. Daardoor kwam hij precies aan de andere kant te staan: jarenlang had hij strenge asielprocedures bepleit en uitgevoerd, nu probeerde hij rechters ervan te overtuigen immigranten een verblijfsvergunning te geven. Zijn eerste zaak, voor een Pakistaanse cliënt, won hij glansrijk.