De toezichthouder Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) trof 121 probleemgevallen aan tegenover 61 een jaar eerder. Het totaalaantal gebreken, inclusief de minder gevaarlijke, nam toe van 414 tot 608.Nederland wijkt daarmee af van veel andere Europese landen. Daar nam het aantal ernstige tekortkomingen juist af. Het gaat dan om zaken als versleten banden, lekkende olieslangen of verkeerde belading.

Dergelijke zaken kunnen de veiligheid van de passagiers en bemanning in gevaar brengen. Luchtvaartmaatschappijen moeten ze verhelpen voordat het toestel mag vertrekken.

Vliegen is echter niet onveiliger geworden, zei hoofddirecteur Helma Neppérus van de IVW. „We zijn vaker op bezoek geweest bij maatschappijen die al eerder de fout in zijn gegaan. Bovendien hebben we ons meer gericht op vrachtmaatschappijen uit vooral Oost-Europa. Dat is een nieuwe lijn.”

Daar komt bij dat de Turkse luchtvaartmaatschappij Onur Air een belangrijk aandeel heeft in het aantal ernstige gebreken. Inmiddels heeft Onur Air de zaken weer behoorlijk op orde, aldus Neppérus.

De IVW treft vooral bij maatschappijen uit Oost-Europa en Afrika veel gebreken aan. Van de Nederlandse maatschappijen is alleen ArkeFly ernstig in de fout gegaan.