VN ontslaan politiemensen Bosnië
De internationale politiemacht van de Verenigde Naties in Bosnië (IPTF) heeft tien Bosnisch-Servische politiefunctionarissen ontslagen wegens hun gedrag tijdens de oorlog. Dat heeft VN-woordvoerster Kirsten Haupt dinsdag in Sarajevo gezegd.
De IPTF is een uitvloeisel van de vredesakkoorden van Dayton van 1995. Deze overeenkomst maakte een einde aan de burgeroorlog in de vroegere Joegoslavische republiek. De VN-politiemacht moet ertoe bijdragen dat de Bosnische politie een professionele organisatie wordt, die onder toezicht van democratisch gekozen organen staat en voldoet aan de internationale normen. Bovendien moet de IPTF hulp verlenen bij onderzoek naar schendingen van de rechten van de mens.
Volgens Haupt ontdekte de IPTF dat het gedrag van de tien nu ontslagen politiefunctionarissen tijdens de oorlog hen ongeschikt maakt om te dienen in de politiemacht voor Bosnië. „Er kan in redelijkheid worden geconcludeerd dat ze misdaden tegen niet-Servische burgers hebben gepleegd, voorbereid of eraan meegewerkt. Zij hebben allen schuld aan misdaden tegen de menselijkheid, schending van de Geneefse Conventies of overtreding van de wetten en gebruiken in oorlogstijd”, zei Haupt.
De VN-woordvoerster zei verder dat in Bosnië tegen drie van de tien mannen al een strafrechtelijk onderzoek loopt naar hun oorlogsverleden. De Bosnische autoriteiten hebben volgens Haupt toestemming gekregen van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag om die drie ter plaatse te vervolgen.
Volgens Haupt heeft de IPTF de afgelopen twee jaar 191 politiemensen in Bosnië-Herzegovina ontslagen. In vijftig gevallen was dat wegens hun gedrag tijdens de oorlog.