VS kampen met vlaggentekort na elfde september
Gouverneur Gray Davis van de Amerikaanse staat Californië heeft begin deze week een wet getekend die elke burger het recht geeft de vlag uit te steken. Dat lijkt op het oog wat vreemd, want wie zou dat nu verbieden?
Sommige eigenaren van grote woonblokken verbieden dat, om allerlei redenen. Of men wil een eenvormig uiterlijk van het woonblok, zonder dat elk appartement eigen ’versieringen’ heeft. Of men verbiedt het uithangen van vlaggen omdat dat buren kan storen. De buren beneden bijvoorbeeld, als men een enorme vlag aan z’n balkon hangt. En dat gebeurde op veel plaatsen in de VS, vooral na de aanslagen op de 11e september.
Amerika vlagt normaal al enthousiast. Tal van huizen, winkels, kantoren en niet te vergeten auto’s zijn versierd met de ”Stars and Stripes”, elke dag. Maar sinds de septemberaanslagen doken er helemaal overal vlaggen op. Auto’s met vlaggen op speciale standaardjes die men op de ramen kan klemmen, grote plakvlaggen op de zijkanten of op de ramen. En bij huizen en appartementen was dat al net zo. Overal in het land verdwenen kantoorgebouwen achter gigantische vlaggen, al of niet voorzien van de slogan ”United We Stand” (Wij vormen één front).
Daarnaast verscheen de Amerikaanse vlag op bijna alle plaatsen als koopwaar. Taarten met de Amerikaanse vlag bovenop, dassen, riemen, broches, manchetknopen, speldjes (je ziet president Bush er elke dag mee), kleren met motieven van de vlag, ja zelfs schoenen.
Volgens een onderzoek van het College of William and Mary in Williamsburg (Virginia) heeft driekwart van alle Amerikanen op een of andere manier de vlag gebruikt om na de septemberaanslagen zijn solidariteit met het land te tonen, of afschuw van deze wandaad en niet te vergeten zijn of haar trots op de Amerikaanse samenleving.
„Sommige burgers gingen erg ver in hun patriottische uitingen. Vlaggen in truien gebreid, nu ja dat gaat nog, Maar vlaggen op je kaalgeschoren hoofd laten spuiten. Ik weet het niet, maar sommige uitingen waren volgens mij eerder een schending van onze vlag dan een eerbetoon aan de Stars and Stripes”, zo meent prof. Timmons Roberts, die het onderzoek uitvoerde.
Niet al zijn medeburgers zijn het daarmee eens. „Misbruik van de vlag? Onzin, mensen willen nu eenmaal hun solidariteit uitdrukken en hun trots op dit vrije land. En als zij op strategisch misschien wat gevaarlijke plaatsen werken, proberen zij met de vlag misschien hun zorgen te verdoezelen”, zo meent Michael Beam uit New York.
De vlaggenproducenten werden overigens voor ernstige productieproblemen gesteld na de elfde september. Het bedrijf Flag and Banner in Little Rock (Arkansas) verkoopt normaal tussen de 5000 en 7000 Amerikaanse vlaggen per jaar. Maar na de aanslagen moest de productie verdubbeld worden om aan de vraag te kunnen voldoen.
„Wij hebben andere productielijnen stilgelegd en ingesteld op de productie van de nationale vlag om aan de vraag te kunnen voldoen. Maar niet alle fabrieken lukte dat. Daarom deden grote winkelketens zoals Wal-Mart een beroep op buitenlandse producenten, de meeste daarvan in Azië. Het klinkt misschien merkwaardig, maar een groot deel van de vlaggen die na 11 september werden verkocht, komt bijvoorbeeld uit China”, aldus Tom Williams, verkoopdirecteur van Flag and Banner.
Voor één categorie mensen zijn geïmporteerde vlaggen overigens taboe. Dat zijn namelijk de dames en heren van het Huis van Afgevaardigden en van de Senaat in Washington. Het is een oud gebruik in de Amerikaanse politiek dat afgevaardigden een vlag schenken aan mensen, om allerlei redenen. Maar het parlement heeft zelf jaren geleden een wet aangenomen die voorschrijft dat parlementariërs alleen vlaggen van Amerikaanse makelij mogen weggeven. „Dat leverde na de elfde september natuurlijk problemen op. Het patriottisme vierde hoogtij en veel parlementariërs wilden vlaggen uitdelen, maar de producenten hier in de VS konden dat niet bijbenen. Sommige afgevaardigden hebben nu nog steeds niet hun hele bestelling binnen”, zo vertelt Cynthia McDormack van het secretariaat van de Amerikaanse Senaat.
In dit klimaat van vlagvertoon en patriottisme schoot dit verbod in het verkeerde keelgat bij veel Californiërs die hun appartementen volgens de ’huisregels’ niet naar believen met de vlag konden sieren. Het Californische parlement werd bestookt met klachten.
Geen parlementariër die daar in dit verkiezingsjaar natuurlijk ongevoelig voor kan blijven. Vandaar het wetsvoorstel dat alle Californiërs nu het recht geeft de Amerikaanse vlag te laten wapperen, zolang men de buren daarmee maar niet het uitzicht beneemt. Gouverneur Davis tekende de wet zodra die op zijn bureau belandde. „Een verbod om de vlag te gebruiken is nu wel het laatste wat wij in deze tijden nodig hebben. Ik ben blij dat de zaak nu geregeld is en spoor iedere burger aan om onze Stars and Stripes uit te steken”, aldus Davis.
Hij kan ervan verzekerd zijn dat veel Californiërs die aanbeveling zullen volgen.