Besteding van tijd en geld
Het zuidelijke deel van Nederland heeft vakantie gekregen, althans de schoolgaande jeugd. Vanaf zaterdag zal het levensritme er voor steeds wisselende groepen anders dan anders uitzien. Deze periode beslaat algauw een maand of twee. Even de druk van de ketel, even ontspannen.
Even, dat wel. Achteraf bezien duurden de vakantieweken -voor het gevoel- bijna altijd (te) kort.Vrijetijdsbesteding is direct gekoppeld aan het uitgavenpatroon. Vakantie kost geld. Er zijn tal van manieren om tijd en geld te besteden. Ver weg, dichter bij huis. Verantwoord, minder verantwoord ook.
Wat dat betreft, is er niet zo veel verschil met de momenten buiten de vakanties om. Onze bestedingen -in de ruime zin van het woord- dienen we altijd te kunnen verantwoorden. Of we dat nu willen of niet.
Een berichtje van deze week rept over het feit dat Nederlanders voor 105 miljard euro aan vermogen hebben belegd.
Een onvoorstelbaar bedrag eigenlijk, dat wordt ’besteed’ op de effectenbeurs. Verantwoord? Voor de een wel. Zolang we ons hart er maar niet op zetten, heet het dan.
Anderen zullen verontwaardigd hun wenkbrauwen fronsen. Beleggen is speculeren, is gokken, is onverantwoord, is on-Bijbels. Zo veel hoofden, zo veel zinnen. Ook in reformatorische kring overigens. Wij wijken zo vaak niet heel veel af van de wereldse lijn.
Wat is de norm? Specifieker: hoeveel mag een vakantie kosten? Lastige vraag. Hoeveel hebben we ervoor over? Dat is al een heel andere invalshoek. Gemakkelijker te beantwoorden ook. Wie het breed heeft, kan het breed laten hangen. O ja? En die werkloze naaste dan? In de kerk, of in de buurt? Een open deur? Of een lastig onderwerp dat de vakantiepret enigszins bederft?
Tijd om erover na te denken is er hopelijk wel. Als dat niet het geval is, is er iets grondig mis met onze levensagenda.
De besteding van tijd en geld zal in ieder geval altijd moeten kunnen worden gespiegeld aan de Bijbelse norm. Dus: staan onze vakantieuitgaven in verhouding tot wat we schenken aan kerk en naaste? Het gebod om tienden te geven lijkt niet altijd even prominent op het priolijstje te staan.
Ook uit het nieuws van deze week: de op een na rijkste man ter wereld, belegger Warren Buffet, schenkt 85 procent van zijn vermogen (35 miljard euro) aan de Bill en Melinda Gates Foundation, een organisatie die gezondheidszorg en technologische ontwikkelingen in de derde wereld steunt.
Is dat dan de norm? Natuurlijk niet. Deze supermiljardairs geven van hun overvloed. Het feit dát ze het doen, is navolgenswaardig, maar het is bepaald niet nodig dat we ons spiegelen aan die mannen.
De hand kan, zoals zo vaak, in eigen boezem. Wie zijn eigen vrije tijd en vakantiebesteding beziet in het licht van de korte duur van dit aardse bestaan en van de eeuwigheid die erop volgt, heeft het denkraam scherp voor ogen.
Tijd- en geldbesteding in het kader van ontspanning en recreatie hoeft dan bepaald geen zaak te zijn van krampachtigheid. De kans op ware rust in de Bijbelse zin van het woord wordt in ieder geval veel groter.