„De sleutel van mijn hart is die van deze tuin”

Vlak naast station Voorburg ligt het charmante kasteeltje Hofwijck, de buitenplaats van de dichter-staatsman Constantijn Huygens. Of liever gezegd: in de vroegere tuin van Hofwijck is een stationsgebouw van staal en glas en beton neergezet. Groter contrast is nauwelijks denkbaar. Terwijl de treinen om de zoveel minuten langsrazen, spiegelen vier zwanen zich in de slotgracht. Symmetrie, harmonie - dat was wat Constantijn Huygens zijn leven lang nastreefde.

Enny de Bruijn
17 July 2002 09:54Gewijzigd op 13 November 2020 23:41

Beroemde eigenaars heeft Hofwijck gehad. Allereerst natuurlijk Constantijn Huygens, die zelf het ontwerp voor zijn buitenplaats maakte. Daarna zijn zoon Christiaan, de uitvinder van het slingeruurwerk. En in de negentiende eeuw niemand minder dan mr. G. Groen van Prinsterer, die het kasteeltje voor een roemloos einde behoedde. De hele bezitting was opgedeeld in kavels, die stuk voor stuk aan de meestbiedende zouden worden verkocht. Versplintering van het landgoed en uiteindelijk wellicht de sloop van het huis leken onvermijdelijk. Groen vond echter dat de herinnering aan Huygens niet mocht verdwijnen, en wist alle kavels te veroveren. In zijn tijd werd overigens de spoorlijn van Den Haag naar Gouda dwars door de tuin van Hofwijck gelegd - zelfs met een fel bezwaarschrift heeft Groen dat niet kunnen verhinderen.

Tegenwoordig heeft het kasteeltje vele functies. Er worden huwelijken gesloten, lezingen en concerten gegeven, diners aangericht, vergaderingen belegd. En tussen al die activiteiten door ontvangt Hofwijck museumbezoekers die meer willen weten over Constantijn Huygens en zijn familie. Schoolklassen, studenten, vrouwenverenigingen - allemaal krijgen ze een rondleiding op maat. Volgens Ben Bregman, beheerder-conservator van Hofwijck, is het kasteeltje een geliefkoosde bestemming voor ministeriële uitjes: „De meeste ministeries zijn hier inmiddels wel langs geweest voor een lunch met rondleiding. Of het nu over defensie gaat of over justitie, Huygens heeft er altijd iets over te zeggen. Hij was zo’n veelzijdig mens, alle terreinen van het leven komen in zijn werk aan bod.”

Plattegrond
Bezoekers van Hofwijck betreden de buitenplaats via een brug over de slotgracht. Wie de klopper op de deur laat vallen, wordt gastvrij onthaald - volledig in de traditie van Constantijn Huygens. Vrienden waren altijd welkom in zijn buitenverblijf, ook al konden ze vanwege de beperkte ruimte eigenlijk niet blijven slapen.

Bregman ontvangt zijn gasten in de voormalige keuken, die bijna de hele onderste verdieping van het huis beslaat. Plavuizen op de vloer, een grote schouw, een pompbak in de hoek. Simpel en authentiek: dit is geen keuken waarnaar je vanachter een touwtje bewonderend mag kijken, hier mag je gewoon plaatsnemen op een van de stoelen met biezen zittingen en koffie drinken uit de automaat die achter een deur verborgen zit. Vlak achter de glas-in-loodramen blinkt het water van de gracht.

„Hofwijck is een totaalkunstwerk”, vertelt Bregman. „Huygens ontwierp niet alleen het huis en de tuin, hij schreef er later ook een groot gedicht over waarin hij precies uitlegt welke bedoelingen en betekenissen achter zijn ontwerp schuilgaan.”

Het gebouw dateert uit 1641, de tijd dat de Tachtigjarige Oorlog op zijn eind liep en het stichten van een buitenplaats de mode werd. Een van de eerste huizen in de stijl van het Hollands classicisme is het, een stijl die Huygens samen met Jacob van Campen in de Nederlanden introduceerde.

Bregman: „Sinds zijn ”grand tour” als jonge man was Huygens diep onder de indruk van de Italiaanse architectuur, die voor een groot deel was gebaseerd op de klassieke ideeën van Vitruvius. Voor Hofwijck maakte hij dan ook een zuiver symmetrisch ontwerp waarin de klassieke basisprincipes te herkennen zijn: navolgen van de menselijke maat, zoeken naar symmetrie -de verhouding 1 : 2 : 4 is ideaal-, en proportioneren met behulp van een basismaat, de modulus.”

De plattegrond die nu op de bovenste verdieping van Hofwijck -de museumzaal- hangt, maakt zichtbaar wat Huygens bedoelde. Het vergt weinig fantasie om in het ontwerp de figuur van een mens te herkennen, exact in de juiste proporties. Huis en vijver vormen het hoofd, het voorplein de hals, de oprijlanen de armen, de boomgaard de borstkas, het Westeinde het middel en de rest van de tuin de twee benen. „Als je dit ontwerp bekijkt, snap je waarom het huis zo klein is”, zegt Bregman. „Huygens maakte de maat van zijn huis ondergeschikt aan de zuiverheid van zijn ontwerp.”

Politiek
Zoeken naar harmonie. Daar ging het Huygens om op Hofwijck. Hij ontving er graag dichters en musici, en hij werd er liefst zo min mogelijk herinnerd aan zijn dagelijks werk. Bregman: „Dat zit ook in de naam, Hof-wijck: wijken van het hofleven met al zijn beslommeringen. Discussies over politiek en godsdienst waren in de tuin van Huygens’ buitenhuis dan ook niet gewenst.”

Desondanks was de politiek nauw verweven met Huygens’ privé-leven. „Hij was een orangist pur sang, in de tijd van Frederik Hendrik uiterst invloedrijk aan het hof. Dat waren zijn 22 vette jaren. Maar daarna kwamen er -na de korte overgangsperiode onder Willem II- 22 magere jaren tijdens het stadhouderloze tijdperk. Na 1650 is Huygens eigenlijk uitgerangeerd aan het hof. Je ziet dan ook dat hij eerst alleen maar af en toe een bezoek aan Hofwijck brengt, terwijl hij er op latere leeftijd vrijwel permanent zit.”

Over het leven van Huygens en zijn familie vertellen de tentoongestelde boeken en voorwerpen op de bovenste verdieping van het kasteeltje meer. Er hangen schilderijen en gravures, er is een maquette van het oorspronkelijke terrein van de buitenplaats, er ligt een pop van Huygens’ dochter Suzanna. Een piepklein kamertje biedt ruimte aan de uurwerken van Christiaan. „Hofwijck is een heel klein buitenhuis, met heel veel verhalen”, zegt Bregman. „Daarom is een bezoek het leukst mét rondleiding. Maar wie zelf wil rondkijken, kan dat doen. Het is de bedoeling dat we een audiotour gaan ontwikkelen, speciaal voor individuele bezoekers.”

De buitenplaats, sinds 1914 in het bezit van de Vereniging Hofwijck, is in de loop van de twintigste eeuw grondig gerestaureerd. Na het huis is straks de tuin aan de beurt. Weliswaar is de helft ervan geamputeerd, dankzij de Nederlandse Spoorwegen, „maar hoofd en hart zijn nog altijd aanwezig.”

Een profetische blik heeft Huygens op dat punt niet gehad: „Zo zwak is mensenwerk, het duurt min dan papier”, schrijft hij. „De tijd slijt struik en steen. Eens zal men zeggen: Hier,/ hier was ’t daar Hofwijck stond, nu puin en kweek en aarde. En dan zal Hofwijck nog staan bloeien in zijn waarde.” Hij dacht dus dat zijn gedicht ”Hofwijck” de buitenplaats Hofwijck zou overleven. Maar het is de vraag wie van al die bezoekers van het kasteeltje de moeite zal doen om dat eindeloos lange vers tot zich te nemen. Ook al doen ze Huygens daarmee onrecht: niet voor niets is hij in de eerste plaats als dichter de geschiedenis ingegaan.

Huygensmuseum Hofwijck, Westeinde 2a, Voorburg, is op woensdag, donderdag en zaterdag van 13.00 tot 17.00 geopend voor het publiek. Toegang € 1,25, rondleidingen vanaf € 35,- voor tien personen. Meer informatie: www.hofwijck.nl. Dit is het derde deel in een serie over schrijversmusea. Volgende week: Belle van Zuylen in Oud-Zuilen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer