Sinds de affaire rond Ayaan Hirsi Ali is er een discussie ontstaan over de uitvoering van de huidige wet die toeziet op het intrekken van de Nederlandse nationaliteit, als die werd verkregen op basis van valse informatie. Die wet werd op 1 april 2003 ingevoerd. Voor gevallen die voor die datum werden afgerond, blijft de oude wet van kracht, besloot de Hoge Raad.In de wijzigingswet is namelijk niet geregeld dat naturalisatiebesluiten voor 1 april 2003 alsnog rechtsgeldig werden. Daarom kan volgens de Hoge Raad het nieuwe regime dus niet voor die besluiten gelden.

Het hoogste Nederlandse rechtscollege vernietigde vrijdag op basis van deze conclusies een uitspraak van de rechtbank in Den Haag van 28 april vorig jaar. Die paste in een zaak van een vluchteling uit het voormalig Joegoslavië de nieuwe wetgeving toe, hoewel diens naturalisatie al in de jaren negentig was geregeld.

De wetswijziging uit 2003 houdt in dat naturalisatiebesluiten in beginsel geldig zijn en hun werking slechts verliezen, als zij worden ingetrokken. Intrekking is mogelijk als de verkrijging of verlenging van het Nederlanderschap berust op een valse verklaring, bedrog, het verzwijgen van relevante informatie of het gebruiken van valse of fictieve persoonsgegevens.