Bouwen aan een betere wereld
HOORN - Vrijmetselarij heeft al eeuwen een mysterieuze klank. Voor een belangrijk deel komt dat door het geheime lidmaatschap en het besloten karakter van de bijeenkomsten. In Nederland bestaat de orde van vrijmetselaars 250 jaar. Het Westfries Museum in Hoorn wijdt er een tentoonstelling aan.
Vrijmetselaars zoeken naar verdieping op geestelijk en zedelijk gebied, naar broederschap onder alle mensen. Zelf benadrukken ze dat het om een levensbeschouwing gaat, niet om een godsdienst. „Geen dogma’s en doctrines. We staan open voor aanhangers van alle godsdiensten, ook voor niet-gelovigen.”Toch heeft de vrijmetselarij onmiskenbaar godsdienstige -christelijke- elementen in zich, zo blijkt uit de tentoonstelling ”Prins Frederik, een vrije man van goede naam. 250 jaar vrijmetselaars”. Veel symbolen van de vrijmetselaarsorde verwijzen naar de Bijbel, hoewel de oorspronkelijke betekenis meestal is losgelaten.
Het keurig ingelijste ”Wetboek voor vrij-metselaren” doet denken aan de Tien Geboden. „Aanbidt de Opperbouwmeester des Heelals”, zo begint de tekst. Wat verderop: „Schenkt de Opperbouwmeester des Heelals u een zoon, dankt Hem, maar beef voor het u toevertrouwde pand. Zorg dat dit kind tot 10 jaar u vreeze, tot 20 jaar u beminne en het geheele leven u eerbiedige. Weest tot 10 jaar zijn meester, tot 20 jaar zijn vader en tot uw dood zijn vriend.”
Prins Frederik
In het midden van de tekst in het ’wetboek’ staat een portret van prins Frederik. Om hem draait het in deze tentoonstelling. Prins Frederik (1797-1881), broer van koning Willem II, was militair in hart en nieren en werd door zijn vader op 21-jarige leeftijd benoemd tot minister van Oorlog. Daarmee is hij nog steeds de jongste minister ooit in de Nederlandse geschiedenis.
Toen prins Frederik in 1816 toetrad tot de vrijmetselarij, kozen de leden hem meteen tot ”grootmeester nationaal”, voorzitter van de Nederlandse vrijmetselaren. Die functie bekleedde hij 65 jaar lang, tot zijn dood in 1881. Uit alle portretten en borstbeelden op de tentoonstelling blijkt dat hij niet de enige Oranje was die de vrijmetselarij een warm hart toedroeg. Ook stadhouder-koning Willem III en zijn opvolgers waren lid van de orde.
Mozart
De oorsprong van de vrijmetselarij ligt waarschijnlijk in de middeleeuwse steenhouwersgilden. Door de groei van de steden in de veertiende eeuw ontstond er grote behoefte aan onafhankelijke steenhouwers, ”free mason’s” - in het Nederlands vertaald als vrijmetselaars. Hun werkplaatsen, de ”lodges” of ”loges”, werden vervolgens door de aanwezige wiskundige kennis centra van geschoolde, onafhankelijke ambachtslieden. Later ontwikkelden deze loges zich meer en meer tot sociale en maatschappelijke leerscholen, waaraan ook wetenschappers, filosofen, kunstenaars en componisten deelnamen.
Zoals Mozart, vanaf 1784 lid van de Weense loge ”Zur Wohltätigkeit”. In een van de vitrines is een plaat te zien met liederen, cantates en lofzangen die hij speciaal schreef voor vrijmetselaarsbijeenkomsten. Daaronder is ook het meesterwerk ”Die Zauberflöte”, hoewel het niet zeker is of Mozart dat componeerde met dezelfde bedoeling.
Symbolen
De meeste vrijmetselaars waren nogal trots op hun lidmaatschap. Op alle mogelijke voorwerpen lieten ze ordesymbolen aanbrengen. Op pijpen, scheerbekkens en Japanse lakdozen. Speciaal ontworpen zijn de zogenoemde ”kanonnen” of ”metselaartjes”, glazen met een extra dikke voet. De vrijmetselaars konden die na een heildronk in één klap op tafel zetten, zonder dat het glas telkens brak.
Het gebruik van symbolen, allegorieën en rituelen vormen een belangrijk onderdeel van de vrijmetselarij. „Symbolen bieden ruimte voor een individuele interpretatie en creëren onderling begrip”, vinden ze. Twee zuilen van Salomo duiden op vredelievendheid, een wit-zwart betegelde vloer verwijst naar vreugde en verdriet en naar goed en kwaad, „dat zich binnen ieder mens en iedere samenleving bevindt.”
De bekendste symbolen zijn de beitel, hamer, passer en winkelhaak. Die verwijzen naar de middeleeuwse steenhouwersgilden, die ruwe stenen bewerkten tot bruikbaar materiaal. „Bouwen aan een betere wereld”, is dan ook het devies van de vrijmetselaars.
De tentoonstelling ”Prins Frederik, een vrije man van goede naam. 250 jaar vrijmetselaars” is tot 6 augustus te zien in het Westfries Museum, Rode Steen 1 in Hoorn. De expositie is geopend op werkdagen van 11.00-17.00 uur en in het weekend van 14.00-17.00 uur.