Kamer nog niet klaar met witte werkster
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer is nog lang niet tevreden met inspanningen van het kabinet om zwart werk in en rond het huis „te witten". De staatssecretarissen Van Hoof (Sociale Zaken) en Wijn (Financiën) kregen woensdag tijdens een debat over de regeling voor de zogenoemde witte werkster de opdracht van de Kamer om deze zomer hun plannen bij te spijkeren.
Van Hoof en Wijn willen particulieren die maximaal drie dagen in de week een werkster, tuinman of oppas inhuren, vrijstellen van het betalen van belasting en premies over deze diensten. Regeringspartijen CDA, VVD en D66 vinden dit een eerste stap in de goede richting om het aantrekkelijker te maken hulp in en rond het huis in te huren, waardoor meer werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt ontstaat.Maar Kamerbreed wordt gedacht dat de hulp het werk gewoon zwart blijft doen. Zowel de coalitiepartijen als de PvdA en GroenLinks in de oppositie vinden dat de bewindslieden nog eens goed moeten kijken naar adviezen van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI), waarin werkgevers, vakbeweging en gemeenten zitten.
Wijn stelde dat er altijd een spanningsveld tussen zwart en wit werk zal bestaan. Volgens hem kan geen enkel voorstel ontduiking van de belastingplicht en premieafdracht voor sociale verzekeringen tegen werkloosheid en ziekte, geheel wegnemen. „Die pretentie hebben wij ook niet met ons voorstel".
De twee RWI–voorstellen zijn volgens Wijn zeker niet beter. In de ene variant betaalt de opdrachtgever wel premies voor bijvoorbeeld de WW en de WAO, maar kan hij de kosten voor het inhuren aftrekken van de belasting. Hierdoor kan zwart werk misschien beter worden gecontroleerd, maar het betekent volgens Wijn een administratieve lastenverzwaring ten opzichte van zijn plannen met Van Hoof.
In de andere variant draagt de opdrachtgever geen sociale premies af en mag de werkster maximaal 500 euro per maand aan inkomsten van de belasting aftrekken. Hierin schuilt volgens Wijn echter een „extreem fraude risico". Volgens hem is nauwelijks te controleren of iemand het met zijn buurvrouw op een akkoordje gooit en fictieve werkzaamheden opgeeft om ten onrechte de belastingkorting op te strijken.
Wijn: „Bovendien is het niet eerlijk om iemand die aan huis strijkt een belastingkorting te geven van 6000 euro per jaar, als iemand die hetzelfde werk doen in een stomerij dit voordeel niet krijgt".