Premier Servië brengt gedurfd bezoek aan Kosovo
PRISTINA/GAZIMESTAN (ANP/DPA/RTR/AFP) – Onder zware veiligheidsmaatregelen heeft premier Vojislav Kostunica van Servië woensdag een bezoek gebracht aan Kosovo. De Kosovaarse politie hield ondertussen meer dan honderd etnisch Albanese relschoppers aan.
President Boris Tadic van Servië was vorig jaar tijdens een bezoek aan Kosovo bekogeld met eieren en sneeuwballen. De door de NAVO geleide internationale vredesmacht KFOR had dan ook dinsdagavond al controleposten met pantservoertuigen opgezet om het bezoek van Kostunica in goede banen te leiden.De premier woonde in het klooster Gracanica de herdenking bij van de slag van Kosovo Polje (het Merelveld). Daar werd de Servische prins Lazar op 28 juni 1389 verpletterend verslagen door het Ottomaanse Rijk, met eeuwen Turkse overheersing over de Serviërs als gevolg.
Voor een juichende menigte van duizenden Serviërs zei Kostunica: „Er is geen betere plaats om te herhalen wat alle Serven moeten weten – dat Kosovo altijd onderdeel van Servië is geweest en altijd onderdeel van Servië zal zijn". De menigte antwoordde met spreekkoren als „Srbija, Srbija!" (Servië, Servië!).
Kosovo staat sinds de NAVO–bombardementen op Joegoslavië in 1999 onder VN–bestuur. Veel Westerse diplomaten willen de eis om onafhankelijkheid van de etnisch Albanese meerderheid inwilligen. Voor veel Serven, die Kosovo als middeleeuwse wieg van de natie beschouwen, is dat echter onbespreekbaar.
De Servisch–orthodoxe bisschop van Kosovo, Artemije, zei woensdag na een van de herdenkingsceremonies: „Kosovo moet blijven wat het altijd geweest is – het Servische Jeruzalem".