Cultuur & boeken

Een vrije kerk als keurbende

Titel: ”Kuyper in de kiem. De precalvinistische periode van Abraham Kuyper 1848-1874”
Auteur: dr. J. Vree
Uitgeverij: Verloren, Hilversum, 2006
ISBN 90 6550 925 9
Pagina’s: 423
Prijs: € 35,-.

K. van der Zwaag
28 June 2006 13:53Gewijzigd op 14 November 2020 03:53

De kerk als een keurbende, door de Geest geleide gelovigen, actief in kerk én samenleving. Dat is het ideaal dat Kuyper al in een vroeg stadium voor ogen stond. In een bundel van Kuyperstudies beschrijft dr. J. Vree, die recent afscheid nam als kerkhistoricus aan de VU, leven en werk van Abraham Kuyper in zijn precalvinistische periode (1848-1874). Rond 1860 was Kuyper al van mening dat de kerk niet in het instituut opgesloten mag worden. Zij is tevens het levende organisme van de door de Geest geleide gelovigen dat de wereld voor God zou veroveren. Dat verklaart ook het feit dat hij als predikant zich steeds meer met politiek en samenleving ging bemoeien. In 1874 maakte hij de overstap naar de Tweede Kamer.

Dr. Vree biedt de lezer een zevental studies op hoog niveau. Hij begint met een studie over de bekeringservaring van het kind Kuyper. Vlak voor zijn elfde verjaardag schrijft Bram op een stuk papier dat hij van onrust niet kon slapen vanwege het kwaad dat hij bedreven had. Hij vertelt „dat ik mij bekeerde en een vast besluit nam het kwade te vlieden en het goede na te streven.”

Vrouwenkiesrecht
Een tweede studie gaat over Kuypers ”Commentatio” (1860) over het kerkbegrip van Calvijn en A Lasco, resultaat van een bekroonde prijsvraag. Onlangs gaf dr. Vree, samen met classicus dr. J. Zwaan, dit boek uit in een wetenschappelijke uitgave. Met de term ”organisme” wilde Kuyper zowel de rol van de kerkleden als die van de kerkregering beschrijven. Beide kunnen volgens hem goed met elkaar samengaan: het priesterschap van alle gelovigen én de leiding van hen die meer ontwikkeld, meer gevorderd zijn in geloof en liefde.

De emancipator van de ”kleine luyden” was ook in die zin vooruitstrevend dat hij aan vrouwen niet alleen het actieve kiesrecht toekende, maar ook het passieve, zij het alleen voor het diakenambt. „Voorzover bekend was er rond 1860 geen enkele kerkelijke voorman die deze punten publiekelijk aan de orde stelde”, aldus dr. Vree.

De derde studie gaat over Kuypers baanbrekende activiteiten als kerkhistoricus en als internationaal erkend uitgever van kerkhistorische bronnen. Het gaat om de bezorging van de ”Joannis a Lasco Opera” in 1866 en de oprichting van de Marnix-vereeniging in 1868, die tot haar opheffing in 1889 in totaal zestien banden met bronnen uit de tijd van de Nederlandse Reformatie zou uitgeven. De bestudering van A Lasco en van het leven van de Londense vluchtelingengemeente heeft Kuyper bevestigd in het steeds sterker onderstrepen van de autonomie van de plaatselijke gemeente en de strijd tegen de dominocratie in de kerkelijke besturen. In A Lasco zag Kuyper de ruimte om zowel orthodox als modern te zijn.

Baltus
Beesd en de vrome Pietje Baltus horen voor veel lezers bij elkaar. Toch durft dr. Vree bij dit duo een kritische kanttekening te plaatsen. De trits Beesd-Baltus-bekering berust op door Kuyper zelf in het leven geroepen beeldvorming. De ’bekeerde’ Kuyper was in werkelijkheid evenzeer de ’bekerende’ Kuyper, die de hervormde gemeente van Beesd naar zijn visie wilde vormen. Zijn verblijf werd een vingeroefening in kerkreformatie, zo kopt dr. Vree boven deze studie.

Hoe dan ook, in Beesd was Kuyper de overtuiging toegedaan dat separatie (afscheiding) niet de oplossing was. De kerk moet van binnenuit, door de Geest, vernieuwd worden. Sluit u aan waar u vroomheid en reinheid vindt, zo roept hij in een preek de gemeenteleden toe. „Vormt zoo allengs een keurbende in de kerk, en laat die keurbende zich uitbreiden tot ze eens allen omvat.”

Kuyper keert zich ook tegen binnenkerkelijk separatisme, waar de vromen zich in een ”gezelschap” terugtrekken. Wat Kuyper dwarszat, was dat dergelijke mensen vooral kwetsbare personen uitzochten als slachtoffer. „Vooral bij ’t sterfbed (…) meent hun bemoeizucht de roeping te hebben om vooruit te zeggen, wat daarboven zal geoordeeld worden bij God.”

Utrechtse periode
De studie over de Utrechtse periode van Kuyper (van 1867 tot 1870) beslaat maar liefst 200 bladzijden. Zeer minutieus beschrijft dr. Vree de periode op grond van nieuw archiefonderzoek. Hij geeft het hoofdstuk als titel mee ”Nieuw Londen aan de Rijn als fata morgana: Utrecht 1867-1870”. Hij verwijst hierin naar de voormalige vluchtelingengemeente, die voor Kuyper symbool stond voor een vrije kerk in een vrije staat. Kuyper wenste geen repristinatie (onveranderlijke terugkeer naar het verleden), maar „een moderne kerk, die het versleten kleed van de volkskerk had afgeschud.” Volgens Kuyper was het verval van de kerk na de Hervorming al snel ingetreden toen de gestichte kerken in het spoor van Rome volkskerken werden.

Geruchtmakend was in de Utrechtse periode de weigering van Kuyper en zijn kerkenraad om de vragen van kerkvisitatie in te vullen omdat het slechts een administratieve aangelegenheid betrof, bestaande uit een verzameling van statistische gegevens. Dat was voor Kuyper de kerk onwaardig. De kwestie, die veel stof deed opwaaien, leidde niet tot kerkreformatie, evenmin de opgerichte ”Sonderbund” van kerkenraden op grond van ”de belijdenis van 1619”.

Kuyper wilde een afzonderlijke ledenadministratie voor de gemeente als lid van de Hervormde Kerk en als lid van de Sonderbund. De opgerichte ”Unie van gereformeerde gemeenten in Nederland” zou als beginsel moeten hebben „bevordering van de autonomie der gemeenten, behoudend de gemeenschappelijke grondslag.”

Ook hield Kuyper zich bezig met de kerkelijke goederen. Hij wilde een Centraal Comité in het leven roepen dat alle gemeenten in kaart moest brengen die autonomie bezaten of wensten. Er zou ook met gezamenlijke kosten een proefproces uitgelokt kunnen worden in een plaats „waar het [beheers]vraagstuk zich het zuiverst voordoet.”

De reformatiepoging in Utrecht bleek een fata morgana te zijn: zowel wat betreft het kerkvisitatieprotest als de Unie van gereformeerde gemeenten. Wat wel van de grond gekomen was, was een organisatie voor vrij beheer, waaraan ook Groen van Prinsterer uiteindelijk zijn naam leende. „De strijd tégen conservatisme en vóór orthodoxie, die het onderwerp van Kuypers afscheidrede vormde, was hun gezamenlijke strijd”, aldus dr. Vree.

Bekeringsverhaal
Na een studie over zijn predikantschap in Amsterdam volgt een analyse van Kuypers zelfportret in de ”Confidentie” van 1873. Daarin doet Kuyper autobiografische mededeling over zijn geestelijke levensgang. In dit eerste publieke zelfportret beschrijft hij hoe hij zich op dat moment zag en ook publiekelijk wilde tonen: de door God geroepen en toebereide leider om de kerk op te richten uit haar nood.

Kuyper brengt het verhaal van zijn roeping als een bekeringsverhaal, maar in feite was dit zijn tweede bekering (gezien de eerste in zijn kindertijd in Middelburg). Dr. Vree gaat uit van zelfmisleiding: Kuyper heeft zichzelf zo gezien na afloop van enkele maanden van overspanning en heroriëntatie. De eenvoudige landslieden in Beesd waren als het ware de voorlopers van het „democratische Calvinisme” dat Kuyper sindsdien uitdrukkelijker tegenover het „aristocratische Réveil” zou stellen.

Dr. Vree was recent uitermate kritisch over Jeroen Kochs biografie over Kuyper. Toch deelt hij één conclusie over Kuyper. Dr. Vree schrijft (inzake de periode in Beesd) over een predikant die uit alle macht de dingen naar zijn hand wil zetten. „Zijn sociale bewogenheid siert hem, maar zijn hartstocht uit zich tevens in daden die minder fraai zijn. Altijd heeft hij gelijk, nooit neemt hij eigener beweging iets terug.”

Dat neemt niet weg dat dr. Vree in deze bundel meer affiniteit met Kuyper toont dan Koch. Zijn studies getuigen van inzicht in de bronnen en zorgvuldige weergave van Kuypers intenties. Deze bundel verschijnt terecht, want Kuyper is een van de invloedrijkste figuren in de Nederlandse kerk, politiek en samenleving geweest. De bundel is tevens een waardige afsluiting van dr. Vrees periode van intensief Kuyperonderzoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer