Zoeken naar nieuwe levensinvulling
Titel: ”Het gezicht van kinderloosheid”
Auteur: Fidessa Docters van Leeuwen
Uitgeverij: vancorrect Brug, Nijkerk, 2006
ISBN 90 6523 146 3
Pagina’s: 170
Prijs: € 19,95.
Verdriet, schuldgevoelens en minderwaardigheidsgevoelens. Die aspecten komen meer dan eens terug in de gesprekken die Fidessa Docters van Leeuwen voerde met ruim twintig ongewenst kinderloze vrouwen en mannen. Maar ook het op een positieve manier zoeken van een nieuwe levensinvulling loopt als een rode draad door haar boek ”Het gezicht van kinderloosheid”. De auteur wil door middel van de interviews en foto’s ongewenste kinderloosheid uit de anonimiteit halen. In de gesprekken valt op dat velen kiezen voor het benutten van (vergaande) mogelijkheden die de medische wereld biedt, in de hoop de kinderloosheid te kunnen opheffen. Meer dan eens ervaren mensen daarbij dat ook medici uiteindelijk voor grenzen staan. Lang niet altijd leveren behandelingen het door de geïnterviewden gehoopte resultaat op.
In de zoektocht naar een nieuwe invulling van hun leven overweegt ongeveer de helft van de stellen de mogelijkheid van adoptie. „Ons kind komt via een andere weg. Net zo gewenst, net zo geliefd”, zegt de een. Een ander kiest er bewust níét voor: „Een adoptiekind kan ik geen roots geven. (…) Het wordt nooit mijn kind.”
De interviews weerspiegelen de opvattingen die in grote delen van de samenleving gemeengoed zijn. In de gesprekken komen zaken als pilgebruik, ongehuwd samenwonen, het noodlot en crematie naar voren op een manier die geen aansluiting vindt bij de levensstijl van de orthodox-christelijke lezer. Een gesprek met een christelijk echtpaar dat er duidelijk blijk van geeft zich in afhankelijkheid van de Schepper bezig te houden met vragen rond onvruchtbaarheid en kinderloosheid ontbreekt.
Wel klinkt in een van de gesprekken met een echtpaar kritiek door op een kerkelijk milieu waaruit de man of vrouw blijkbaar afkomstig is. „Er rust nog steeds een taboe op ongewenste kinderloosheid, zeker in strenggelovige kringen. Op die manier compliceert het de relatie. Wij worden niet gezien met ons verdriet. Het blijft een onzichtbaar verlies wat het moeilijker maakt om te delen met je omgeving.”
De auteur, zelf ongewenst kinderloos, vult de gesprekken aan met onder meer een medische paragraaf en een nabeschouwing. Haar conclusie: „Ik zie de ongewenste kinderloosheid als een omvangrijk probleem dat je in kleine stukjes te ervaren hebt, opdat je er uiteindelijk mee leert omgaan en mee leert leven.”