De uitzetting van Mehmet haalde vier jaar geleden in het hele land de krant. De jongen is in Duitsland geboren en opgegroeid, maar in de Duitse wet is het staatsburgerschap gebaseerd op afstamming. Zijn beide ouders zijn Turks. Ook zij dreigden het land te worden uitgezet, omdat ze medeverantwoordelijk zouden zijn voor Mehmets gedrag. De ouders waren nooit in aanraking met de politie geweest en mochten uiteindelijk blijven.

Vorig jaar november besliste het Beierse gerechtshof dat de uitzetting onterecht was geweest. Die uitspraak was gebaseerd op een overeenkomst tussen de EU en Turkije uit 1980. Daarin staat dat jeugdige criminelen alleen het land uitgestuurd mogen worden als ze een bedreiging voor de bevolking vormen. Omdat daarvan volgens dat hof geen sprake was, moest de stad München, waar Mehmet had gewoond, hem weer een verblijfsvergunning geven. München ging daartegen in beroep bij de federale rechtbank in Berlijn, die de stad dinsdag in het ongelijk stelde.

Mehmet kon de uitspraak in Berlijn niet bijwonen. Hij had speciaal daarvoor wel een verblijfsvergunning voor drie dagen gekregen, maar de Turkse marechaussee op het vliegveld van Istanbul liet hem niet gaan, omdat zijn paspoort niet op tijd was verlengd. Overigens komt de naam Mehmet daarin niet voor; de Duitse justitie heeft dat pseudoniem gekozen om de privacy van de jongen te beschermen.