Het contract houdt in dat migranten de taal van hun nieuwe land leren, participeren in de samenleving en investeren in een toekomst in hun nieuwe land. Tegelijkertijd betekent het contract dat moslims, net als christenen, joden, hindoes, boeddhisten en anderen „vrij hun religie kunnen beleven en als volwaardig burger kunnen participeren in de samenleving."Het maatschappelijk contract is eerder al bepleit door de Groot–Mufti van Bosnië–Herzegovina, de hoogste moslimgeestelijke ten westen van de Bosporus, aldus Bot zaterdag. Moslims moeten begrijpen dat Europa en ook Nederland, geen huis van de islam (Dar al–Islam) is, maar ook geen huis van oorlog (Dar al–Harb). Nederland moet het huis van het maatschappelijk contract zijn (Dar al–Sulh), aldus Bot.

De CDA–minister sprak zijn waardering uit voor het werk van de „geestelijk bedienaren", de aanwezige imams. De opleidingen voor islamitische theologie aan universiteiten en een hogeschool in Nederland zijn „een teken van acceptatie van de islam in ons land. En als een uiting van zelfvertrouwen." Hij benadrukte dat de opleidingen ook bestemd zijn voor vrouwen.

Wat er volgens Bot misging op het gebied van integratie en immigratie is dat zowel migranten als de Nederlandse overheid er te veel van uitgingen dat migranten hier waren voor een tijdelijk verblijf.

Bot is positief over de toekomst, zeker als meer mensen een voorbeeldfunctie gaan vervullen, „zoals Nederlands–Marokkaanse romanschrijvers, de Nederlands–Turkse ondernemers en natuurlijk Khalid Boulahrouz, de rots in de branding van Oranje". De minister spreekt zelfs nog vertrouwen uit in de multiculturele samenleving. Die zal „de komende twintig–vijftig jaar de meest creatieve blijken de zijn, de samenleving die het best weet in te spelen op globalisering."