Worstelen met gevolgen strandbrand
ALKMAAR - Zwaar, maar ook samenbindend. Zo ziet directeur L. Spaans van de christelijke scholengemeenschap Jan Arentsz in Alkmaar de voorbije week. Vorige week vrijdagavond liepen drie van zijn leerlingen door toedoen van een docent ernstige brandwonden op. „Telkens als ik naar huis fietste, bad ik: „Heer, ik heb Uw steun elk uur nodig.”
Wat een gezellige strandwandeling met een kampvuur had moeten worden, liep vorige week vrijdagavond uit op een klein drama. Vergezeld van zes docenten schaarden 76 leerlingen zich tijdens een schooluitje op het strand van Castricum rond een stapel hout. Toen het vuur niet goed wilde branden, stapte een van de docenten met een fles wasbenzine op het brandhout af. Dat ging mis. De fles vatte vlam. Een steekvlam zette drie 14-jarige leerlingen in brand. Docenten sprongen op de slachtoffers in een poging het vuur te doven en hielden ze koel in het water.„Een traumatische gebeurtenis”, blikt Spaans terug. „Op dat pikdonkere strand hebben jongelui drie leeftijdgenoten in brand zien staan. Van de kleren van de zwaarst verbrande jongen bleef niet meer over dan twee verkoolde hoopjes.”
De drie jongens verblijven nog in het ziekenhuis, al liggen ze niet meer op de intensive care. Twee van hen zijn elk verbrand aan een hand en een been. De derde is aan beide handen en benen gewond en heeft ook brandwonden in zijn nek. Spaans bezocht het drietal de afgelopen dagen. „Het zijn dappere jongens. Ze stralen de nodige branie uit. Ze vinden dat zij lekker vertroeteld worden, terwijl wij op die duffe school zitten.”
De docent die het ongeval veroorzaakte, heeft het de afgelopen week zwaar gehad, weet Spaans. Onzeker is nog of justitie de man gaat vervolgen. „De man heeft het er ongelooflijk moeilijk mee. Het is natuurlijk erg dom wat hij heeft gedaan. Hij heeft een risico genomen dat hij niet had mogen nemen. De leraar is een precieze man, hij moet een black-out hebben gehad.”
Van verwijten naar de docent zegt de schooldirecteur weinig te merken. „Leerlingen zien hem juist als een held, omdat hij een van de slachtoffers heeft geholpen. Afgelopen week kwam een groepje leerlingen naar me toe, met tranen in de ogen. Ze namen het op voor de docent en vroegen me: U gaat hem toch niet ontslaan. Ook ouders van de slachtoffers zijn begripvol, al zit er in hun reactie begrijpelijkerwijs wel een kritische ondertoon. Hoe kan een docent zo dom zijn?” De schooldirecteur houdt er „terdege” rekening mee dat de kritiek op het optreden van de docent in de toekomst kan groeien. „Ik doe wat ik kan doen. De leerlingen kunnen de komende weken op allerlei manieren psychologische hulp krijgen.”
Tien rechercheurs verhoorden gisteren jongeren die bij het ongeval aanwezig waren. Op school werd daarvoor een vleugel gereserveerd. Spaans heeft een goed gevoel over de verhoorsessies. „Ze konden eventueel hun vriend, vriendin, vader of moeder meenemen. Sommigen deden dat. Veel scholieren gingen wat bedremmeld naar binnen, maar kwamen later rustig weer naar buiten.”
Eén „wondertje” van de afgelopen week staat de schooldirecteur in het geheugen gegrift. „Ik kreeg in het weekend te horen dat de grootouders van de zwaarst verbrande jongen er helemaal doorheen zaten. Ze waren erg verdrietig. Ik probeerde hulpverlening voor hen te regelen, maar dat lukte niet erg. Daarop ben ik zelf naar die mensen gegaan. Toen ik daar was, ging de telefoon. Het bleek hun kleinzoon zelf te zijn. Iemand anders in het ziekenhuis hield de telefoon voor hem vast. Hij wilde contact met oma. Hij zei: „Die docent heeft mij geholpen. Wilt u niet boos op hem zijn?” Dat was een emotioneel keerpunt. De grootouders kregen weer moed.”
Duidelijk ervoer Spaans de afgelopen week steun vanuit zijn geloof. „Samen met mijn vrouw heb ik kort na het ongeval tot God gebeden. Met knikkende knieën ging ik naar een bijeenkomst met ouders. Maar ik mocht de kracht van het gebed ervaren.”